Revalideren: wat is dat? Als je het aan Van Dale vraagt, zegt die ‘weer valide maken of worden’. Dat betekent dus dat je voorheen valide bent geweest, waarbij valide wordt omschreven als ‘tot werken in staat’. Het staat er echt, zoek maar op. ‘Weer valide maken’ suggereert een actief proces. Iemand – jijzelf of een ander – onderneemt actief stappen om jou weer valide te maken. Maar de zinsnede ‘of worden’ suggereert dan weer dat het ook spontaan kan gebeuren.
Revalideren is accepteren
Een lastige omschrijving, waar ik van alles van vind. De definitie van het woord ‘valide’ zoals Van Dale deze gebruikt vind ik namelijk tenenkrommend. Ik ben zelf niet meer in staat om mijn werk uit te voeren, en met mij denk ik een heleboel anderen die in een revalidatietraject zitten of zaten. Ben ik dan nu invalide? En als het mij in de toekomst lukt om ander werk uit te voeren, ben ik dan weer valide? Waarom is deze definitie enkel op werken gericht? Zou het zwaartepunt niet moeten liggen op gezondheid, kwaliteit van leven, meedoen in de maatschappij of simpelweg: op geluk?
De definitie van het woord revalideren zoals hierboven beschreven vind ik echt te beperkt. Los van de invulling van het woord ‘valide’, vind ik dat revalideren meer behelst dan enkel het streven om daar weer naar terug te keren. Dat lukt namelijk lang niet altijd. Iemand die letsel heeft opgelopen is misschien nooit meer in staat om te werken. Zijn dit dan allemaal mensen die niet gerevalideerd zijn? Mensen die voor altijd ‘invalide’ zijn? Dat gaat er bij mij niet in. Je kunt een prachtig revalidatietraject hebben afgerond, waarbij je enorme vooruitgang hebt geboekt, maar niet meer helemaal de oude zijn.
Voor mij gaat revalideren over zoveel méér dan proberen terug te keren naar je oude situatie…
Voor mij gaat revalideren over zoveel méér dan proberen terug te keren naar je oude situatie, wat betreft werk of – als we het breder trekken – bijdragen aan de maatschappij. Dat is nou juist niet altijd mogelijk en daarom extreem frustrerend. Blijven proberen kan resulteren in onzekerheid, boosheid en een gevoel van falen. In mijn ogen gaat revalideren juist over acceptatie, zelfliefde en het vertrouwen in je gezondheid terugvinden. Hoe ga je om met je letsel en hoe plaats je jezelf weer in het leven met je nieuwe mogelijkheden? Je kunt blijven denken in beperkingen – daarmee word je tenslotte iedere dag geconfronteerd – maar ik denk dat er in een revalidatietraject juist gefocust moet worden op wat nog wél kan. Waar word je gelukkig van? Acceptatie is hierin de sleutel.
Het ultieme geluk
In 2021 heb ik een hersenoperatie ondergaan, omdat ik een hersentumor had. Godzijdank ben ik er fysiek ongeschonden uitgekomen, maar wel heb ik er cognitieve klachten aan overgehouden. Voordat ik in staat was om ook maar de kleinste stap te maken in mijn cognitieve revalidatie, heeft het me ruim twee jaar gekost om überhaupt aan mezelf toe te geven dat ik hersenletsel heb. Als je niet onder ogen wilt, kan of durft te zien dat er bepaalde beperkingen zijn, zul je er ook niet mee leren omgaan.
Toen ik eindelijk zover was om mijn hersenletsel onder ogen te zien, werd ik daar in eerste instantie verdrietig van. Onzeker ook, en boos. Ik was mezelf een tijdje kwijt, want wie was ik nu zoveel dingen niet meer lukten zoals vroeger? Het antwoord op de vraag waar ik gelukkig van word, lag ineens weer helemaal open. Met mijn man en kinderen zijn, het ultieme geluk, dát is nooit veranderd. Dat is altijd de basis geweest. Maar voor de rest heb ik echt een tijd moeten zoeken. Gelukkig ben ik er inmiddels uit; ik word gelukkig van schrijven, van de zon op mijn gezicht, van hard lachen, van tijd doorbrengen in de natuur, van sporten, muziek en ook van stilte. Inderdaad; werk komt niet in dit rijtje voor. Weer het gevoel hebben nuttig bezig te zijn; dát dan weer wel.
Moet het belang van geluk niet voorop staan?
Een duurzame situatie
Het blijft me verbazen hoezeer we in deze maatschappij gefocust zijn op werk, dusdanig dat zelfs de definitie van revalidatie hierop is gestoeld. Uiteraard is het streven om weer aan het werk te kunnen, voor álle revalidanten, schat ik in, want niks is zo deprimerend als het gevoel hebben dat je niet meer van waarde bent in de maatschappij. Maar ook hier ben ik van mening; moet het belang van geluk niet voorop staan? Is het niet belangrijker dat iemand weer zingeving ervaart, zich nuttig voelt, plezier beleeft? Of draait het allemaal om knaken verdienen? Ik wil absoluut niet impliceren dat mensen na letsel op de bank moeten blijven zitten en ‘een uitkering moeten trekken’ – zoals dat vaak zo bout omschreven wordt – maar ik geloof echt dat de rest wel volgt als je eerst voor een stabiele situatie zorgt, waarin iemand weer een goede kwaliteit van leven ervaart.
Vanuit die situatie kunnen dingen weer groeien, zo ook de plek op de arbeidsmarkt. Die betaalde baan komt echt, als je met jezelf en je beperkingen in het reine bent gekomen. Vanuit dat uitgangspunt is de kans groter dat het een baan is die goed bij je mogelijkheden past, wat tot een duurzamere werksituatie leidt. Met als resultaat een kleinere kans dat je de handdoek in de ring moet gooien.
En zo worden we tóch weer valide, ook volgens Van Dale.