9 december 2025

‘Mam de kraan is kapot en nu moet ik een loodgieter bellen maar ik weet niet wat ik dan moet zeggen’ Een app van mijn studerende en op kamers wonende dochter. (Zonder interpunctie, want een bericht met komma’s en punten is iets voor oude mensen). Ik: ‘Nou gewoon: ik wil graag een afspraak maken vanwege een kapotte kraan’. Zij: ‘Maar dat is eng’.

Ze is niet de enige die het spannend vindt om een telefoontje te plegen: bel-angst blijkt met name onder jongeren veel voor te komen. Volgens een onderzoek van NPO1 zou zelfs 46% van de Nederlanders tussen de 16 en 34 jaar er last van hebben, vooral als het gaat om bellen met bedrijven of instanties. Experts vermoeden dat de oorzaak van die bel-angst ligt in het onvoldoende vertrouwd zijn met synchrone communicatie. En dat heeft weer te maken met hoe we tegenwoordig onze contacten onderhouden. Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat de frequentie waarmee Nederlanders contact hebben met vrienden en familie de afgelopen jaren weliswaar gelijk gebleven is, maar dat de manier waarop ze dat doen wel is veranderd. Contact vindt vaker asynchroon plaats – via mail, app of social media – en minder middels persoonlijke ontmoetingen. Zo’n persoonlijke ontmoeting voelt, net zoals een telefoongesprek, voor steeds meer mensen spannend. Je kunt het bericht van de ander namelijk niet eerst nog eens rustig nalezen en uitgebreid nadenken over een mooie formulering voordat je daadwerkelijk reageert.

Je ontkomt bijna niet aan de indruk dat we een probleem hebben op het gebied van cohesie en verbinding.

Het aantal persoonlijke ontmoetingen neemt ook binnenshuis af. Volgens het CBS is de gemiddelde grootte van een Nederlands huishouden tussen 1965 en 2025 afgenomen van 3,45 naar 2,10 personen. Het aantal eenpersoonshuishoudens is op dit moment groter dan ooit; begin 2025 woonden 3,4 miljoen Nederlanders alleen. En hoewel alleen niet per definitie gelijk staat aan eenzaam, lijkt eenzaamheid wel aan een opmars bezig. Volgens de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2024 voelt maar liefst 46.2 procent van de bevolking zich eenzaam, voor sommige media reden genoeg om te spreken van een eenzaamheidsepidemie. Tel daarbij op dat de termen individualisering en polarisatie steeds vaker vallen. Net zoals verwijzingen naar bubbels en naar een kloof tussen jong en oud, arm en rijk, stad en platteland of praktisch en theoretisch opgeleid. Je ontkomt bijna niet aan de indruk dat we een probleem hebben op het gebied van cohesie en verbinding. En dat is zorgwekkend, want verbinding is een basisbehoefte van de mens en sociale relaties zijn een belangrijke determinant van welbevinden.

Ook in de revalidatiesector zijn verbinding en relaties van wezenlijk belang. Interdisciplinair werken is de essentie van wat we doen; onze kracht zit in de samenwerking tussen verschillende professies. Dat samenwerken doen we niet alleen bínnen maar ook tussen organisaties. Revalidatiecentra en -afdelingen vervullen bij uitstek een verbindende rol in de regio. Ze vormen de brug tussen ziekenhuis en thuis, tussen ziekenhuis en eerste lijn, tussen ziekenhuis en verpleeg- en verzorgingshuizen.

Het is vast ouderwets, maar wat mij betreft ligt een deel van het antwoord in een dosis synchroon contact op zijn tijd.

In landelijke akkoorden als het IZA en nu ook het AZWA wordt gehamerd op het belang van regionale samenwerking om de zorg in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Alle zorgorganisaties moeten nu gaan doen wat voor ons als revalidatie al jaren vanzelfsprekend is. Voor ons ligt de uitdaging in hoe we die vanzelfsprekendheid vast kunnen houden. Hoe zorgen we dat professionals goed in contact blijven met elkaar en met de cliënt in een samenleving die in toenemende mate individualiseert en in tijden van digitalisering, AI en zorg op afstand? Hoe behouden we die verbindende rol in de regio en hoe blijven we goed samenwerken ondanks de snel toenemende mismatch tussen zorgvraag en beschikbare capaciteit die noopt tot scherpe keuzes? Want samenwerken is leuk en het levert veel op, maar het kost ook tijd en inzet.

Het is vast ouderwets, maar wat mij betreft ligt een deel van het antwoord in een dosis synchroon contact op zijn tijd. In multidisciplinair overleg, teamoverleg, netwerkbijeenkomsten en andere persoonlijke ontmoetingen. Daarom was ik ook heel blij met de intervisiebijeenkomst die Revalidatie Nederland onlangs organiseerde voor nieuwe bestuurders in de sector. Samen in gesprek en ervaringen en indrukken uitwisselen. Laten we elkaar vooral blijven opzoeken en als nodig de telefoon pakken. Want even bellen is doorgaans echt niet zo eng. Dat heeft mijn dochter inmiddels ook ontdekt; de kraan werkt weer prima.

Auteur

Lonneke de Lau

Lonneke de Lau is neuroloog, somnoloog en lid van de raad van bestuur van Reade

Gerelateerde blogs

Busje komt zo

Tomeloos optimisme