28 oktober 2025

Op 2 augustus vorig jaar word ik bij Michael gevraagd. Hij is opgenomen in de kliniek van het ziekenhuis, nadat hij een dag eerder een herseninfarct links pariëtaal heeft doorgemaakt. Zijn vrouw Ingrid is bij de kennismaking aanwezig.

Wat mij direct opvalt is de energieke en optimistische houding van meneer. Wanneer ik vraag hoe het met hem gaat, geeft hij aan dat hij goed heeft kunnen eten en mede daardoor beter belastbaar is dan gisteren. Zijn oplossingsgerichte houding wordt direct duidelijk bij de forse afasie die hij heeft. Hij probeert uit te leggen hoe het verder met hem gaat, maar hij komt moeilijk uit zijn woorden, waardoor ik hem niet goed begrijp. Door uitbeelden, omschrijvingen en hulp van zijn vrouw weet hij zich toch duidelijk te maken.

Vaak zien we dat optimisme gepaard gaat met een lichte overschatting van de realiteit, maar dat lijkt bij Michael niet aan de orde.

Klachten

Naast de afasie heeft Michael een parese van zijn rechterlichaamshelft. Van zijn dominante rechterarm en –hand kan hij nog niet zijn vingers buigen en strekken, wat een negatieve prognose betekent. Wel kan hij zijn schouder heel licht naar buiten bewegen. Wanneer ik de volledige beweging met hem maak, kan hij deze beweging een aantal keer herhalen.

Cognitief zijn er ook een aantal uitdagingen: hij kan zijn aandacht beperkt erbij houden, heeft minder aandacht voor zijn rechterzijde, persevereert wat en laat soms impulsief en ongepast gedrag zien. Met het team adviseren we dat meneer klinisch gaat revalideren.

Op de poli

Het is 2,5 maand later als ik hem weer zie, nu op de poli van ons revalidatiecentrum. Hij is nog afatisch, maar kan zich redelijk uitdrukken. Zijn vrouw is aanwezig tijdens iedere sessie en helpt hem wanneer hij een ander woord gebruikt dan dat hij bedoelt. De parese is afgenomen: hij kan zijn duim, wijsvinger en middelvinger redelijk gebruiken. Wel is er nog sprake van verminderde kracht. Cognitief is hij mentaal nog minder belastbaar, heeft hij wat moeite om zijn aandacht te verdelen en handelt hij in een hoog tempo. Ook zijn er executieve stoornissen bij complexe taken gevonden.

Optimisme pur sang

Michael is zelfstandig ondernemer: hij is automonteur en heeft een eigen bedrijf. Ingrid doet de boekhouding en beheert de receptie. In zijn vrije tijd gingen ze graag samen motorrijden. Daarnaast deed hij jaarlijks mee met de Roparun en nam hij deel aan een dartcompetitie. Een bezig mannetje!

Ook nu raak ik geïntrigeerd door het optimisme van Michael. Zijn werk is zijn passie, maar het herstel komt voorop. ‘’Als het nu niet lukt om te werken, dan komt er over een tijdje wel weer iets anders op mijn pad. Ik wil eerst herstellen.’’

Vaak zien we dat optimisme gepaard gaat met een lichte overschatting van de realiteit, maar dat lijkt bij Michael niet aan de orde: hij kan bijzonder goed aangeven hoe de dagelijkse activiteiten nu gaan. Hij kan zijn optimisme dus ook heel goed relativeren. Hij geeft aan het belangrijk te vinden om naar ons als professionals te luisteren, om zijn opbouw zo goed mogelijk vorm te geven.

Ook nu ervaar ik weer hoe ontzettend waardevol het is om de naaste van een revalidant intensief bij een hersteltraject te betrekken.

Rots in de branding

Waar Michael tomeloos optimistisch is en aan zijn herstel werkt, is Ingrid keihard aan het werk om alle andere ballen in de lucht te houden: naast het nakomen van alle afspraken in het ziekenhuis, houdt ze ook het huishouden én de zaak draaiende. Ze hebben een ZZP’er in dienst om de spoedklussen in de zaak op te pakken, maar die moet natuurlijk ook betaald worden. Ze raakt steeds meer vermoeid en geëmotioneerd. Na een aantal instortmomenten besluiten ze de zaak te verkopen. Waar Michael al afstand had genomen van zijn passie en zijn optimisme richt op zijn herstel, zorgt dit nu ook bij Ingrid voor opluchting en ruimte. En waar Ingrid de rots in de branding is voor Michael als het gaat om zijn herstel, is Michael dit voor haar als het gaat om relativeren en afstand nemen van de zaak.

Ook nu ervaar ik weer hoe ontzettend waardevol het is om de naaste van een revalidant intensief bij een hersteltraject te betrekken. Zeker in dit geval is het echtpaar een team. Ik probeer hen als team te benaderen en van beide de sterke kanten te benutten.

Samen sterk

We kennen allemaal de uitspraak wel: ‘’een CVA krijg je niet alleen’’. Dat vraagt dus ook om een systeemgerichte aanpak. Het Maasstad Ziekenhuis heeft als slogan: ‘Samen Sterk’. Dit geldt niet alleen voor het samenwerken tussen de collega’s onderling, maar ook voor het vormgeven van zorg in de verschillende fases van het revalidatietraject. Deze man is eerst door ons in het ziekenhuis gezien, vervolgens heeft hij een klinisch traject doorlopen. Daarna is hij poliklinisch bij ons verder gaan revalideren en op dit moment werkt hij aan zijn herstel in de eerste lijn. Nog steeds boekt hij vooruitgang. De overgang tussen de verschillende fases is soepel verlopen dankzij de korte lijnen in de communicatie tussen de professionals en het echtpaar. Als je het mij vraagt is dit een mooi voorbeeld van ‘Samen sterk’.

Mijn tip is dan ook om de naaste van een revalidant uit te nodigen bij de therapieën, zodat ze het revalidatietraject samen kunnen doorlopen. Samen sterk!

Auteur

Aafke Ruiter

Aafke Ruiter is ergotherapeut bij het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam en Spijkenisse.

Gerelateerde blogs

Middelpuntvliedende kracht

Dit is ‘t

Nazorg is niet logisch