Brancherapport Revalidatie 2025
Samenvatting
- De tevredenheid van patiënten met de medisch specialistische revalidatie (MSR) behoort tot de hoogste van de gezondheidszorg.
- Onze kwaliteitsregistraties bieden inzicht in de uitkomsten en behandelinzet van de MSR en leiden via benchmarks en best practices tot kwaliteitsverbetering.
- Vanuit zes UMC’s vergroten hoogleraren met hun onderzoeksgroepen, elk vanuit een eigen aandachtsgebied de kennis in de revalidatiegeneeskunde.
- Tijdens de behandeling van CVA neemt de zelfredzaamheid met 42% toe.
- Tijdens de behandeling van chronische pijn neemt de invloed van pijnklachten op het dagelijks leven met 26% af.
- Bijna de helft van de kinderen heeft na de MSR-behandeling minder moeite met de uitvoering van problematische maar betekenisvolle handelingen.
Op veel verschillende manieren verbetert de revalidatiesector constant de kwaliteit van de zorg die ze levert. De sector kijkt naar de tevredenheid van patiënten, de meerwaarde van de behandeling voor de patiënt en -via wetenschappelijk onderzoek- innovatieve behandelmethoden.
Uniek voor Nederland is dat alle deelnemers van het register meedoen met deze open benchmark.
De revalidatie-instellingen werken hierin nauw met elkaar samen. Met patiënten en dokters hebben de revalidatie-instellingen Stichting Revalidatie Impact opgericht om via eigen kwaliteitsregistraties uitkomsten uit te wisselen. Op dit moment zijn het CP-Register en de Revalidatie Impact Scores de twee kwaliteitsregistraties van de stichting. Het Revalidatieregister wordt hieraan toegevoegd. Dit Revalidatieregister is gebouwd om samen in kaart te brengen welke vorm van behandelingen het meeste oplevert en het meest kosteneffectief is. Uniek voor Nederland is dat alle deelnemers van het register meedoen met deze open benchmark. Sinds 2025 kent het register zelfs een open benchmark, zodat aanbieders elkaars data kunnen zien en zo nog beter van elkaar kunnen leren. Nadrukkelijk is het doel van de kwaliteitsregistraties niet alleen inzicht in praktijkvariatie, maar ook grotere transparantie en verbetering van de zorg. Dashboards, spiegelgesprekken en sectorale analyses zorgen ervoor dat de conclusies en goede voorbeelden direct worden toegepast. De uitkomsten van de kwaliteitsregistraties worden op termijn gebruikt als ondersteunend instrument, waarmee zorgprofessional en patiënt samen kunnen beslissen over de behandeling.
Prestatie-indicatoren
De revalidatiesector werkt sinds 2004 met prestatie-indicatoren. Het is uniek dat alle revalidatie-instellingen hierbij van dezelfde methodiek gebruik maken. De indicatoren die ze daarbij in kaart brengen, wordt bepaald op basis van overeenstemming tussen patiënten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Jaarlijks vergelijken de revalidatie-instellingen hun uitkomsten tijdens een benchmarkbijeenkomst, om zo de tevredenheid nog hoger te laten groeien. Kijk op de website van Revalidatiecheck voor meer uitgebreide kwaliteitsinformatie per revalidatie-instelling.
Het gemiddelde rapportcijfer ligt al jaren rond de 8,5
Patiënten zijn enorm tevreden over de zorg die zij tijdens hun revalidatie ontvangen. Het gemiddelde rapportcijfer ligt al jaren rond de 8,5. De tevredenheid over de zorg in een revalidatiecentrum, een ziekenhuisafdeling of ZBC door kinderen en volwassenen ontloopt elkaar weinig.
Tabel 1. Gemiddelde rapportcijfer dat patiënten geven aan de instelling waar ze gerevalideerd hebben (Bron: DHD – Spiegelinformatie KwaliteitsIndicatoren)

Revalidatie Impact Scores
Om systematisch de uitkomsten van behandelingen te verzamelen, analyseren en vergelijken, leveren revalidatie-instellingen hun ‘Revalidatie Impact Scores’ aan. Dit is een dataverzameling die bestaat uit uitkomstmaten voor verschillende diagnosegroepen. Op dit moment worden er gegevens verzameld met drie meetinstrumenten: de USER, de PDI en de COPM. Het gaat om het verschil tussen de uitkomst van de meting bij de start van de behandeling, en de uitkomst van de meting aan het einde van de behandeling. Dit verschil geeft aan in hoeverre patiënten zijn vooruit gegaan, gelijk gebleven of achteruit gegaan. Deze resultaten van de metingen zijn terug te vinden in een dashboard. Zorgaanbieders kunnen hun eigen scores analyseren en vergelijken met landelijke gemiddelden. Hoewel het hoofddoel kwaliteitsverbetering door benchmarking is, geven de data ook inzicht in de meerwaarde van de MSR-behandeling op samengevoegd niveau.
Klinische CVA
Bij patiënten die klinisch worden opgenomen met een CVA binnen de MSR, wordt zelfredzaamheid bij opname en bij ontslag in kaart gebracht. Dit wordt gedaan met de Utrechtse Schaal voor Evaluatie van Klinische Revalidatie (USER). De USER meet hoe zelfredzaam iemand is op het gebied van mobiliteit, zelfverzorging en cognitie. Per handeling wordt aangegeven of iemand dit zelfstandig kan of met hulp, en hoeveel moeite het kost. Daarnaast worden subjectieve aspecten als stemming, vermoeidheid en pijn gemeten.
De Revalidatie Impact Scores van 2023/2024 laten een toename van 42% in zelfredzaamheid zien bij patiënten die klinisch zijn opgenomen met een CVA binnen de MSR. Deze vooruitgang in zelfredzaamheid is gebaseerd op 1.293 patiënten uit 10 revalidatie-instellingen.

Chronische pijn
Bij patiënten, die in behandeling zijn voor chronische pijn, wordt de invloed van pijn op het dagelijks leven bij aanvang en na afronding van de revalidatiebehandeling in kaart gebracht. Dit wordt gedaan met de Pain Disability Index (PDI). De PDI is een korte vragenlijst over de invloed die pijnklachten op iemands leven hebben. Het instrument meet iemands beperkingen in het uitvoeren van allerlei dagelijkse activiteiten die men normaliter zou willen doen oftewel de mate van “sociale hinder”. Het gaat om de gemiddelde invloed van de pijn, niet als de pijn het ergst is. De vragenlijst bestaat uit zeven items die elk één deelgebied vertegenwoordigen: familiaire/huishoudelijke verantwoordelijkheden, recreatie, sociale activiteiten, beroep, seksuele activiteiten, zelfverzorging en basale levensbehoeftes.
De Revalidatie Impact Scores van 2023/2024 laten een afname van 26% zien in beperkingen door chronische pijn. Deze voortuitgang is gebaseerd op 1.047 patiënten uit 13 revalidatie-instellingen.

Kinderrevalidatie
Bij kinderen die een behandeling volgen in een therapeutische peutergroep (TPG) of op de mytylschool, worden geobserveerde problemen in het dagelijks handelen door de ouder in kaart gebracht. Dit wordt gedaan met de Canadian Occupational Performance Measure (COPM). De COPM identificeert de belangrijkste problemen die het kind (en zijn ouder) ervaart. Het meet ook de veranderingen in het beeld dat het kind heeft van zijn dagelijks handelen tijdens het behandelproces. Bij jonge kinderen gaat het om door de ouder geobserveerde problemen. De patiënt of de ouder maakt samen met de therapeut een selectie uit de onderdelen van de belangrijkste problemen (max. 5), en beoordeelt elk probleem op een schaal van 1 tot 10 op de twee hoofdscores: uitvoering en tevredenheid.
De Revalidatie Impact Scores van 2023/2024 laten een verbetering van 49% zien in uitvoering van -en 41% meer tevredenheid over- de probleemhandelingen bij kinderen t/m 8 jaar. Deze verbeteringen in uitvoerbaarheid en tevredenheid bij probleemhandelingen bij jonge kinderen, is gebaseerd op 177 patiënten uit 7 revalidatie-instellingen.


Wetenschappelijk onderzoek
In zes van de zeven UMC’s worden één of meerdere leerstoelen revalidatiegeneeskunde bezet. Veelal zijn de hoogleraren ook hoofd van de afdeling revalidatiegeneeskunde in een UMC. De hoogleraren en hun onderzoeksgroepen hebben een cruciale rol in het initiëren en aansturen van het revalidatieonderzoek. Ze dragen ook bij aan de positionering van de revalidatiegeneeskunde binnen de medische faculteiten. De laatste tien jaar is hier hard aan gewerkt en dat is goed gelukt. Daarnaast hebben de meeste UMC’s een samenwerkingsverband met het revalidatiecentrum in dezelfde stad. Dit versterkt en vergroot de onderzoekscapaciteit en het onderzoeksklimaat. Om ervoor te zorgen dat de verschillende onderzoekslijnen elkaar versterken, richten de UMC’s zich op verschillende deelgebieden van de MSR.

Onderdelen Brancherapport Revalidatie 2025
Gerelateerde artikelen

Betere kwaliteit van leven na revalidatie dankzij revalidatie impact scores
Stel je een toekomst voor waarin behandelaars in het hele land op een elektronisch dashboard in één oogopslag zien hoe het revalidatieproces van hun patiënt vordert. En wat hun zorg precies bijdraagt aan de kwaliteit van leven, in vergelijking met andere instellingen en regio’s. Een pilot met een wandeltest voor mensen met een beenamputatie moet helpen om deze droom van Stichting Revalidatie Impact uit te laten komen. Lees verder

‘Met behulp van het Revalidatieregister kunnen we onze zorg écht verbeteren’
Het Revalidatieregister biedt een innovatieve manier om de kwaliteit van de revalidatiezorg in Nederland te verbeteren door zorgdata transparant en inzichtelijk te maken. Onder leiding van programmamanager Mirna van Straten werkt een team van experts, waaronder revalidatiearts Redmar Berduszek van UMCG Centrum voor Revalidatie, aan de ontwikkeling van de dashboards. Lees verder

Leer en Innovatie Team maakt revalidatiesector aantrekkelijker voor studenten
Op de afdeling Neurorevalidatie van de Sint Maartenskliniek dragen studenten van de HAN University of Applied Sciences en studenten van ROC Nijmegen zorg voor acht klinische bedden. Er blijkt een enorme wervende kracht uit te gaan van dit initiatief, het Leer en Innovatie Team (LINT). ‘Misschien dat ik na mijn opleiding wel aan de slag ga als revalidatieverpleegkundige!’. Lees verder

B-STARS2: op zoek naar bewijs dat hersenstimulatie na een beroerte herstel bevordert
Kan hersenstimulatie ervoor zorgen dat mensen na een beroerte hun hand en arm weer beter kunnen gebruiken? ‘Het lijkt er wel op’, zegt hoogleraar revalidatiegeneeskunde en revalidatiearts Anne Visser-Meily. Om het zeker te weten is UMC Utrecht recent een grootschalig onderzoek begonnen: B-STARS2. Lees verder