Interview met Barbara Goezinne, directeur-generaal Curatieve Zorg bij VWS

Als directeur-generaal Curatieve Zorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) opereert Barbara Goezinne op het snijvlak van politiek en praktijk. Ze vertaalt als topadviseur van de minister het beleid uit het regeerakkoord naar werkbare afspraken in het veld en andersom. ‘Ik zit letterlijk tussen de minister en het werkveld in. Wat politiek wordt besloten, moet ik “fixen”. Maar het werkt twee kanten op: het goed georganiseerde werkveld vertelt mij ook waar de grenzen liggen en wat zij zélf willen.’

Barbara Goezinne’s werkveld raakt aan alle domeinen van de curatieve zorg. Maar haar hart gaat vooral sneller kloppen van de plekken waar samenwerking, innovatie en mensgerichtheid samenkomen. Dat ervoer ze in maart tijdens een werkbezoek aan de Sint Maartenskliniek in Nijmegen ‘Ik was zeer onder de indruk. De revalidatieartsen, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals zijn intrinsiek gemotiveerd om mensen op hun meest kwetsbaar – ze hebben net iets vreselijks meegemaakt en herstellen misschien nooit meer volledig – te helpen het beste uit zich zelf te halen. De mens is hier het startpunt, de focus ligt op kwaliteit van leven. Het gaat niet om wat níet meer kan, maar wat wél mogelijk is. En daaraan wordt dan stap voor stap gewerkt. Vanuit betrokkenheid, respect en multidisciplinaire samenwerking.’

Tussen politiek en praktijk

De nauwe samenwerking streeft haar eigen ministerie ook na. Bij VWS zijn er weliswaar drie directoraat-generaals die zich op zorg richten – Volksgezondheid, Curatieve Zorg en Langdurige Zorg – maar Goezinne benadrukt dat deze afdelingen allesbehalve eilandjes zijn. ‘Als je van het zorgveld vraagt om integraal samen te werken, moet je als overheid het goede voorbeeld geven. Dus ook wij zoeken actief de verbinding. Ik werk daarom nauw samen met mijn collega’s Carsten Herstel (Langdurige Zorg) en Marjolijn Sonnema (Volksgezondheid).’

Die integrale benadering is ook de basis van het recent gesloten Aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord (AZWA), een uitbreiding op het Integraal Zorgakkoord (IZA). ‘We willen de zorg toekomstbestendig maken, onder andere door regionale samenwerking en de juiste zorg op de juiste plek. Maar het allerbelangrijkste doel is: de zorg toegankelijk houden voor iedereen.’

Toegankelijkheid als grootste uitdaging

Volgens Goezinne is toegankelijkheid dé grote opgave in de zorg van vandaag en morgen. ‘Meer nog dan betaalbaarheid of kwaliteit, maak ik me daar zorgen over. Te veel mensen vallen tussen wal en schip. Dat komt door tegenstrijdige regels en belangen en een stelsel dat lange tijd op marktwerking is ingericht. Dat is niet het gemakkelijkste vertrekpunt om tot samenwerking te komen. Maar we moeten deze weg wel inslaan, want anders krijgen veel mensen niet de zorg die ze nodig hebben.’ Ze geeft een schrijnend voorbeeld uit haar bezoek aan de Maartenskliniek. ‘Ik sprak daar een man met een dwarslaesie. Zijn vrouw kon hem maar één keer per week bezoeken omdat ze de reiskosten niet kon betalen. Ontzettend verdrietig. Dan zie je hoe belangrijk samenwerking met het sociale domein is. Dit kunnen en móéten we beter organiseren, als samenleving.’

Revalidatieprofessionals zijn gewend om multidisciplinair te werken, samen te beslissen en uit te gaan van wat wél mogelijk is. Daar loopt de sector echt in voorop.

Barbara Goezinne, directeur-generaal Curatieve Zorg VWS

De kracht van revalidatiezorg

In de revalidatiezorg ziet Goezinne veel elementen terug die volgens haar de toekomst van de zorg vorm moeten geven. ‘Revalidatieprofessionals zijn gewend om multidisciplinair te werken, samen te beslissen en uit te gaan van wat wél mogelijk is. Daar loopt de sector echt in voorop. Ze zijn bezig met wat we bedoelen met “passende zorg”: zorg die recht doet aan iemands persoonlijke situatie en levensdoelen.’

Ze benadrukt dat dit in andere delen van de zorg nog niet vanzelfsprekend is. ‘Veel medisch specialisten zijn opgeleid om te genezen. Maar niet iedereen wordt weer beter. Kwaliteit van leven is vaak belangrijker dan volledig herstel. Voor de een is dat een balletje kunnen trappen met de kleinkinderen. Voor de ander is op een bankje in de zon kunnen zitten al een mooi doel. Dat inzicht leeft al in de revalidatie, maar mag breder gedragen worden.’

Innovatie als drijvende kracht

Tijdens haar werkbezoek aan de Maartenskliniek was Goezinne ook onder de indruk van de technologische vooruitgang binnen de revalidatie. ‘Ik zag daar iemand met een Exoskelet die nét iets meer stappen kon zetten dan de dag ervoor. Zijn trots was ontroerend. En wat me opviel: de verpleegkundigen vertelden dat dit soort innovaties hun werkplezier vergroot. Ze kunnen meer bereiken, het is fysiek minder zwaar en het werk wordt interessanter.’

Volgens Goezinne moet Nederland ook blijven investeren in zulke innovaties. ‘We zijn echt koploper op dit gebied. Dat merkte ik onlangs bij een reis naar Japan. Ik dacht vooraf dat ze daar veel verder zouden zijn. Maar we kunnen beter onze Japanse collega’s uitnodigen bij óns inspiratie op te doen. Want wij lopen voorop, zeker in de revalidatie. Niet alleen wat betreft technologische innovatie, maar ook in de mensgerichte wijze waarop onze verpleegkundigen met hun patiënten omgaan.’

Het ministerie ziet innovatie als essentieel onderdeel van het beleid. ‘Een van de afspraken uit het AZWA is dat we gaan investeren in e-health en kunstmatige intelligentie. We gaan hier regionaal regie op nemen, via pilots kijken wat werkt, en dat vervolgens uitrollen.’

De praktijk als kompas

Om beleid goed te laten aansluiten bij de werkelijkheid, houdt Goezinne haar voelsprieten in het werkveld. ‘Elke week ben ik gemiddeld twee dagen op pad. Dat helpt me om te zien wat werkt, wat schuurt en wat nodig is. We hebben ook ambtenaren in ons team die speciaal de revalidatiezorg volgen. Ze monitoren wat er speelt, praten met professionals en zorgen dat dit wordt ingebracht in bredere beleidsdiscussies.’

Goezinne pleit voor meer wisselwerking tussen beleid en praktijk. ‘We nemen ook bewust mensen aan die uit het veld komen, zoals oud-artsen of therapeuten. Sommigen kiezen er bewust voor om een paar jaar bij ons te werken en daarna weer terug te keren naar de praktijk.’

De betrokkenheid, het samenwerken, de menselijke maat – daar kunnen we als zorgland veel van leren

Barbara Goezinne, directeur-generaal Curatieve Zorg VWS

Trots en erkenning

Aan het eind van het gesprek, heeft Goezinne nog een belangrijke boodschap voor revalidatieprofessionals; zij mogen veel trotser zijn op hun werk. ‘Ik heb het gevoel dat ze zelf niet altijd beseffen hoe waardevol hun bijdrage is. Ze werken met mensen van wie het leven fundamenteel is veranderd. En tóch slagen ze erin om samen met die mensen nieuwe mogelijkheden te vinden. Dat is niet alleen bijzonder, dat is van onschatbare waarde.’

Ze besluit: ‘Ik zag daar in Nijmegen een verpleegkundige oprecht blij worden van één extra stap die haar patiënt kon zetten. Van marathonlopers die nu schuifelend hun dag doorkomen, maar weer perspectief voelen. Dat is zó indrukwekkend. De betrokkenheid, het samenwerken, de menselijke maat – daar kunnen we als zorgland veel van leren.’

Auteur

Olaf van Tilburg

Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

‘De revalidatiesector is een voorbeeld voor de zorg van de toekomst’

Interview met Barbara Goezinne, directeur-generaal Curatieve Zorg bij VWS Als directeur-generaal Curatieve Zorg bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en…

Klimmendaal en Vilente laten grenzen vervagen voor revalidatiezorg op maat

Het is binnenkort een half jaar geleden dat een deel van expertisecentrum Mooi-Land in Doorwerth (onderdeel van Vilente) onderdak vond…

De financiële kant van revalidatie: wat zijn de uitdagingen?

Zonder goede bekostiging geen goede revalidatiezorg. Maar hoe zorgen we voor een financieel gezonde revalidatiesector? En welke veranderingen zijn nodig…

Gerelateerde artikelen Nederlands Tijdschrift voor Revalidatiegeneeskunde

Vroege revalidatie op en na de IC: een nieuwe manier van denken?

Dit artikel pleit voor een actieve rol van de revalidatiearts bij de behandeling van patiënten op de IC. Door revalidatiegeneeskundige…

De unieke rol van de revalidatiearts binnen een expertisecentrum van een UMC

Raakvlak Binnen de universitair medische centra (UMC’s) zijn er specifieke ExpertiseCentra voor Zeldzame Aandoeningen (ECZA’s) die door het ministerie van…

Werk aan de winkel voor de revalidatiegeneeskunde

Opinie-artikel De toekomst van de ambulante revalidatiegeneeskunde ligt in toenemende mate in het versterken van de positie in de ziekenhuizen,…