Het is binnenkort een half jaar geleden dat een deel van expertisecentrum Mooi-Land in Doorwerth (onderdeel van Vilente) onderdak vond bij revalidatiecentrum Klimmendaal in Arnhem. Teammanagers van beide organisaties vertellen hoe ze de overgang hebben beleefd, wat goed gaat, wat beter kan en wat ze zien als hun grootste succes tot nu toe. ‘Vanaf het allereerste moment is er een positieve werksfeer.’
Een sterkere en meer geïntegreerde revalidatiezorg in de regio is wat bestuurders van Klimmendaal en Vilente voor ogen staat. Een doel dat ze willen bereiken door kennis en capaciteit van beide organisaties te bundelen. Op de derde etage van Klimmendaal zijn nu twaalf plekken voor geriatrische revalidatiezorg gerealiseerd om dit ideaal in praktijk te brengen. Deze zijn bedoeld voor mensen die na een operatie of ziekte kortdurende herstelzorg nodig hebben. Lukt het Klimmendaal en Vilente al om elkaar te versterken?

Warm welkom
Teammanager Ria Bredewoud van Vilente trapt af en beantwoordt de vraag volmondig met ‘ja’. Ze blikt tevreden terug op de ‘inhuizing’ zoals zij het noemt. ‘Het verliep allemaal erg soepel. We waren natuurlijk ook al sinds begin 2023 in gesprek over hoe we door intensievere samenwerking konden bouwen aan een toekomstbestendige zorginfrastructuur in de regio Arnhem’, vervolgt Bredewoud. ‘Ik kan me voorstellen dat het als een bedreiging kan voelen als er plots een andere organisatie binnenkomt. Maar daar was geen sprake van. We zijn direct warm welkom geheten. Daardoor zoeken we elkaar makkelijk op.’
We voelen ons goede buren en kijken regelmatig bij elkaar in de keuken.
Kijkje in de keuken
‘De deuren staan letterlijk open’, vult teammanager Nienke Rooza van Klimmendaal aan. Voor haar was de eerste winst dat een geen sprake meer is van leegstand op de derde etage. ‘Het was toch een beetje kille omgeving maar nu wordt er weer gewerkt en is er volop leven. We voelen ons goede buren en kijken regelmatig bij elkaar in de keuken. Daardoor krijgen we onder meer beter inzicht in wat de ander precies doet.’

Maximaal herstel
Beide teammanagers vertellen enthousiast dat ze weliswaar nog maar aan het begin staan, maar toch al een glimp van de toekomst zien. Een toekomst waarin volgens Rooza grenzen tussen de geriatrische revalidatiezorg (GR) van Vilente en de intensievere medische revalidatiezorg (MR) van Klimmendaal vervagen. Een voorbeeld: de partners stelden een multidisiciplinair team samen dat bekeek wat er nodig was om de belastbaarheid te vergroten van een patiënt die door een hersenbloeding was verzwakt. ‘Daar hebben we veel tijd en energie ingestoken’, zegt Bredewoud. ‘Want je moet fysiek wel in staat zijn om een MR-traject aan te kunnen. Ik beschouw het als ons grootste succes tot nu toe, dat het ons gelukt is om deze patiënt door maatwerk de kans te geven het maximale uit zijn herstelproces te laten halen. We verwachten dat hem dit meer functiebehoud oplevert.’
Dit voorbeeld illustreert volgens haar ook goed de brede opvatting die Vilente heeft van de term geriatrisch. ‘De buitenwacht denkt al snel dat het alleen om mensen van pakweg tachtig of negentig gaat, maar dat hoeft niet perse. We kijken meer of cliënten aandoeningen hebben die passen binnen de GR. In dit geval gaat het om iemand van eind vijftig, die midden in het leven staat.’
Voorheen raakten ze letterlijk uit beeld maar nu liggen ze letterlijk drie bedden verderop.
Patiënten blijven in beeld
De teammanagers zien dat korte lijntjes veel voordeel opleveren. Zo kunnen revalidatieartsen, specialisten ouderengeneeskunde en physician assistants makkelijker naar elkaars patiënten komen kijken en beoordelen wat nodig is voor herstel. Bijkomend voordeel is volgens Bredewoud dat patiënten na hun overstap naar medische revalidatie nog worden gezien door de revalidatiearts. ‘Voorheen raakten ze letterlijk uit beeld maar nu liggen ze letterlijk drie bedden verderop.’
Verder zien de teammanagers op allerlei niveaus gesprekken op gang komen die bijdragen aan betere zorg. Die contacten kunnen gaan over verpleegkundige zaken zoals wondzorg of de werking van een infuuspomp, over gezamenlijke scholing maar ook over wat het beste behandeltraject is voor een patiënt.
Rooza verwacht dat beide partijen in de toekomst vaker op consultbasis iets voor elkaar gaan betekenen. ‘Je kunt in deze setting namelijk makkelijk over en weer op verzoek iemand inschakelen met specifieke deskundigheid om een patiënt beter te helpen.’

Verschillen overbruggen
Voor het zover is, zijn er nog wel wat verschillen te overbruggen. Zo werken beide organisaties nog met eigen systemen voor rapportages en medicatie. Ook zitten er juridische haken en ogen aan een eventueel gedeeld werkgeverschap omdat een medewerkerscontract in principe bij één partij tegelijk hoort. Maar volgens de teammanagers ervaren betrokkenen tot nu toe meer overeenkomsten dan verschillen. ‘We hebben warme onderlinge contacten en dat inspireert en enthousiasmeert iedereen’, zegt Bredewoud. ‘Het grootste voordeel daarvan is dat we dankzij samenwerking tussen verschillende disciplines makkelijker kunnen beslissen welke zorg het beste bij een patiënt past. Zo zetten we stappen naar maatwerk en beter herstel. En daar gaat het uiteindelijk om. Daarom gaan we met door met verbindingen leggen door met elkaar in gesprek te blijven.’
Auteur

Marc van Onna
Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

Klimmendaal en Vilente laten grenzen vervagen voor revalidatiezorg op maat

E-Revalidatie: doelgericht samenwerken aan effectieve e-health-toepassingen

Zorgnetwerk brengt zorg voor patiënten met een spierziekte dichtbij
Gerelateerde artikelen Nederlands Tijdschrift voor Revalidatiegeneeskunde

Vroege revalidatie op en na de IC: een nieuwe manier van denken?

De unieke rol van de revalidatiearts binnen een expertisecentrum van een UMC
