Mini-symposium | DCRM 2025
Loophulpmiddelen zijn een belangrijk onderdeel van de revalidatiegeneeskunde. Met de toenemende druk op de zorg wordt het steeds belangrijker om op dit terrein keuzes te maken die bijdragen aan zinnige zorg. Daarbij spelen verschillende aspecten een rol, zoals klinische effectiviteit, kwaliteit van leven, kosten en duurzaamheid. Maar hoe worden deze aspecten onderzocht? En wat zijn de nieuwste inzichten? In dit artikel gaan we op deze vragen in.
Auteurs
DR. J.J. ( JAAP) VAN NETTEN
Universitair docent Amsterdam UMC, afdeling Revalidatiegeneeskunde en UMC Groningen, Centrum voor Revalidatie
DRS. C.E. (CHARLOTTE) BOSMAN
Promovendus UMC Groningen, Centrum voor Revalidatie
DR. E. (ELZA) VAN DUIJNHOVEN
Post-doc onderzoeker Amsterdam UMC, afdeling Revalidatiegeneeskunde
DR. M.E. (MARIEKE) SIJM-EEKEN
Universitair docent Amsterdam UMC, afdeling Klinische Informatiekunde
IR. L.E. (LISA) VOSSEN
Promovendus Amsterdam UMC, afdeling Revalidatiegeneeskunde
Loophulpmiddelen, zoals beenprothesen, beenorthesen, en orthopedisch schoeisel, spelen een grote rol in de revalidatiegeneeskunde. Deze voorzieningen stellen verschillende patiëntengroepen in staat om hun sta- en loopfunctie te behouden of te verbeteren. Mede daardoor kunnen deze hulpmiddelen belangrijke effecten genereren op tevredenheid, participatie en kwaliteit van leven van de gebruikers.
Wat heeft de revalidatiearts eraan in de praktijk van alledag?
Iedere dag moeten er in de loophulpmiddelenzorg keuzes gemaakt worden door de revalidatiearts en het multidisciplinaire team. Schrijf ik een prothese voor, welke, en waarom? Mijn patiënt heeft een orthese nodig, hoe bepaal ik het juiste type, schrijf ik deze zelf voor of verwijs ik door naar een expertisecentrum? Dit voetulcus is genezen, maar wat is nu de beste schoenoplossing, en hoe stimuleer ik dat die gedragen wordt? Bij deze keuzes spelen veel aspecten een rol: klinische effectiviteit, de gevolgen voor de kwaliteit van leven van de patiënt, kosten voor de gezondheidszorg en de samenleving, de inzet van personeel, de maatschappelijke baten en de ecologische duurzaamheid. Maar hoe kun je deze elementen zorgvuldig afwegen om tot een keuze te komen in de praktijk van alledag?
In het kader van doelmatigheidsonderzoek binnen het programma Goed Gebruik Hulpmiddelenzorg thuis van ZonMw is dit wetenschappelijk onderzocht voor verschillende loophulpmiddelen. Het doel van dit artikel is het beschrijven van de achtergrond van doelmatigheidsonderzoek en de uitkomsten van recente studies op dit gebied.
De assen van doelmatigheidsonderzoek
In doelmatigheidsonderzoek worden verschillende uitkomsten gecombineerd, met altijd minimaal twee primaire uitkomsten: één voor effectiviteit en één voor de kosten. Voor effectiviteit kan de uitkomstmaat bijvoorbeeld klinische effectiviteit, kwaliteit van leven of patiënttevredenheid zijn, en voor kosten bijvoorbeeld economische uitkomsten of duurzaamheid. Figuur 1 laat zien hoe deze uitkomsten vervolgens worden weergegeven in een kosteneffectiviteitsgrafiek.1 Op de x-as staat de effectiviteit: hoe verder naar rechts, hoe positiever het effect van de interventie. Op de y-as staan de kosten: hoe lager op de as, hoe goedkoper de interventie. Afhankelijk van het kwadrant waarin de uitkomst valt, kan de interventie als volgt worden beoordeeld:
- Rechtsonder: de interventie is ‘dominant’, want de interventie is effectiever en goedkoper.
- Rechtsboven: ‘twijfel’, want de interventie is effectiever, maar duurder.
- Linksonder: ‘twijfel’, want de interventie is minder effectief, maar goedkoper.
- Linksboven: de interventie is ‘gedomineerd’, want de interventie is minder effectief en duurder.
In het eerste (doen!), en het laatste geval (niet doen!), is de uitkomst duidelijk, in de andere gevallen moet er geprioriteerd worden. Voor de standaarduitkomst die in alle doelmatigheidsstudies wordt gebruikt, de quality-adjusted life year (QALY), bestaan landelijke normen. Afhankelijk van de ziektelast van de patiënt mag een toename van één QALY tussen de 20.000 en 80.000 euro kosten.2 Voor patiënten die gebruikmaken van hulpmiddelen ligt deze grens doorgaans rond de 50,000 euro (dit kun je zelf uitrekenen middels deze tool: imtamodels.shinyapps.io/iDBCv2_1/). Voor andere uitkomstmaten moeten de grenzen per studie worden vastgesteld. Daarnaast kan, in geval van een primaire uitkomst in de categorie ‘twijfel’, gekeken worden naar secundaire uitkomsten.

Doelmatigheid in loophulpmiddelenonderzoek
In Nederland zijn op het gebied van loophulpmiddelen meerdere grote studies recent afgerond of nog gaande. Wat zijn de bevindingen van deze studies? En hoe kunnen we die kennis in de revalidatiezorg gebruiken?
Prothesezorg
In een recent afgeronde studie is onderzocht of het gebruik van microprocessor-gestuurde protheseknieën kosteneffectief is vergeleken met het gebruik van niet-microprocessor-gestuurde protheseknieën.3 Daarbij zijn directe en indirecte medische kosten vanuit een maatschappelijk perspectief onderzocht, evenals de algemene kwaliteit van leven en prothese-specifieke kwaliteit van leven.
Net als in eerder onderzoek (waarin prothesegebruikers vóór en 4 tot 6 weken na verstrekking van een microprocessor-gestuurde knie werden gemeten,4), rapporteerden de gebruikers verbeteringen in mobiliteit en tevredenheid met hun prothese.3 Ook de algemene kwaliteit van leven verbeterde licht, maar deze winst woog niet op tegen de hogere aanschafkosten. Qua kosteneffectiviteit zat het resultaat dus in het kwadrant rechtsboven van figuur 1 (twijfel). De duurdere knie leidde wel tot lagere kosten op andere vlakken, zoals minder verzuim van werk en minder zorggebruik, maar het totale voordeel was niet groot genoeg om het gebruik als kosteneffectief te beschouwen volgens de huidige normen.
‘Doelmatigheidsonderzoek helpt
bij afwegen effectiviteit en kosten
van behandelingen’
Hoewel de microprocessor-gestuurde protheseknie dus voordelen kan bieden op alle vlakken van het dagelijks leven, zijn die mogelijk op korte termijn niet voldoende om de hogere prijs te rechtvaardigen. Prospectief onderzoek is nodig om vast te stellen of de baten op langere termijn wél opwegen tegen de kosten.
Orthesezorg
In een recent afgeronde RCT zijn de effectiviteit en kosteneffectiviteit van beenorthesen die verstrekt werden volgens de landelijke orthese richtlijn, dat wil zeggen specialistische orthesezorg, vergeleken met gebruikelijke orthesezorg bij mensen met neuromusculaire aandoeningen.5 Daarbij is primair gekeken naar het behalen van persoonlijke doelen en het energieverbruik tijdens het lopen. Daarnaast zijn kwaliteit van leven uitkomsten en medische en maatschappelijke kosten gemeten.
In deze studie is aangetoond dat specialistische orthesezorg leidde tot significant betere scores op persoonlijke doelen.6 Het energieverbruik daalde met 10%, terwijl dit in de gebruikelijke zorg gelijk bleef. Dit verschil was klinisch relevant, maar niet statistisch significant.
Qua medische kosten was specialistische orthesezorg duurder, waardoor de uitkomsten aanvankelijk in het kwadrant rechtsboven (twijfel) vielen. Met de aanzienlijke winst in kwaliteit van leven viel de balans echter in het voordeel van specialistische orthesezorg. Wanneer ook maatschappelijke kosten werden meegenomen, bleek specialistische orthesezorg zelfs goedkoper dan de huidige zorg en kwam de uitkomst in het kwadrant rechtsonder (dominant; figuur 1). Deze resultaten suggereren dat bredere implementatie niet alleen het functioneren van patiënten verbetert, maar ook maatschappelijke kosten kan besparen.
Orthopedisch schoeisel
In een lopende RCT wordt een geïntegreerde en gepersonaliseerde aanpak in het voorkomen van voetulcera bij mensen met diabetes onderzocht ten opzichte van de huidige zorg.7 Deze aanpak bestaat uit druk-geoptimaliseerd orthopedisch schoeisel en orthopedisch huisschoeisel, dagelijkse voettemperatuurmetingen thuis en gepersonaliseerde gestructureerde educatie, inclusief motiverende gespreksvoering. Als uitkomsten worden therapietrouw, ulcus recidief, kwaliteit van leven en de medische en maatschappelijke kosten meegenomen. Gezien de hoge kosten en de verminderde kwaliteit van leven bij een patiënt met een voetulcus, is de hypothese dat de investeringen in preventieve zorg kosteneffectief zijn.7 De uitkomsten van dit onderzoek zijn eind van 2025 beschikbaar.
‘Ecologische duurzaamheid
gaat een steeds grotere rol
spelen in het klinische
beslissingsproces’
Kosten zijn niet alleen financieel: de rol van ecologische duurzaamheid
Bovenstaande onderzoeken kwantificeren kosten vanuit het economische perspectief, aangezien dat in de afgelopen decennia het leidende denkkader was. Maar dit is aan het veranderen. In figuur 1 benoemden wij al dat kosten ook vanuit ecologisch perspectief bekeken moeten worden. Vanuit het begrip planetary health,8 en mede gedreven door de ‘Green Deal Duurzame Zorg’, komt steeds meer kennis beschikbaar over de kosten van interventies voor de planeet. De zorg is in Nederland verantwoordelijk voor 7% van de uitstoot van alle broeikasgassen,9 dus doelmatige zorg is ook zorg die vanuit ecologisch perspectief duurzaam is. Met behulp van lifecycle assessments kan voor interventies worden uitgerekend wat het effect is qua uitstoot van CO2 en CO2-equivalenten, maar ook op vele andere ecologische uitkomsten, zoals verbruik van grondstoffen en water, toxiciteit, straling en vervuiling (https://www.rivm.nl/en/life-cycle-assessment-lca/recipe).
In toekomstig onderzoek zullen ecologische kosten een grotere rol gaan spelen. In de loophulpmiddelenzorg is hier al een eerste voorbeeld van. Zo bleek uit een recente studie dat de behandeling van een plantair diabetisch voetulcus met een kniehoge walker minder belastend is voor het milieu dan behandeling middels een total contact cast.10 Ecologische duurzaamheid kan dus expliciet worden meegenomen in het klinisch beslissingsproces.
Conclusie en Take Home Message
Doelmatigheidsstudies binnen de loophulpmiddelenzorg integreren kennis over klinische, persoonlijke, economische en ecologische uitkomsten. Zo kan de keuze voor de meest geschikte prothese, orthese of orthopedische schoen beter worden onderbouwd. Het toepassen van de nieuwste onderzoeksresultaten in de praktijk bevordert evidence-based medicine, leidt tot betere behandeluitkomsten en draagt bij aan kosteneffectieve én duurzame zorg.
Acknowledgements:
De onderzoeken die in dit artikel zijn gepresenteerd zijn mogelijk gemaakt dankzij subsidies vanuit het ZonMw-programma Goed Gebruik Hulpmiddelen. Het onderzoek naar duurzaamheid werd mogelijk gemaakt dankzij een subsidie van Amsterdam UMC. De auteurs bedanken (in alfabetische volgorde) hun mede-onderzoekers Merel Brehm, Sicco Bus, Jan Geertzen, Henk Groen, Florine de Haes, Han Houdijk, Fieke Koopman, Frans Nollet, Louise Sabelis, Bregje Seves, Corry van der Sluis en Aline Vrieling, voor hun betrokkenheid bij deze doelmatigheidsstudies.
Referenties
- Black WC. The CE plane: a graphic representation of cost-effectiveness. Med Decis Making. 1990;10(3):212-4. doi: 10.1177/0272989X9001000308.
- Versteegh MM, Ramos IC, Buyukkaramikli NC, Ansaripour A, Reckers-Droog VT, Brouwer WBF. Severity-Adjusted Probability of Being Cost Effective. Pharmacoeconomics. 2019;37(9):1155-63. doi: 10.007/s40273-019-00810-8.
- Bosman CE, van der Sluis CK, Vrieling AH, Geertzen JHB, Seves BL, Groen H, editors. Health economic evaluation comparing microprocessor-controlled knees to non microprocessor-controlled knees. ISPO World Congress; 2025; Stockholm, Sweden: International Society for Prosthetics and Orthotics.
- Bosman CE, Seves BL, Geertzen JHB, Fard B, Newsum IE, Paping MA, et al. Comparing Microprocessor-Controlled and Non-Microprocessor-Controlled Prosthetic Knees Across All Classified Domains of the ICF Model: A Pragmatic Clinical Trial. Prosthesis 2025;7(4):89.
- Van Duijnhoven E, Koopman FS, Tuijtelaars JAM, Altmann V, Lagrand R, van Dongen JM, et al. Specialised orthotic care to improve functioning in adults with neuromuscular disorders: protocol of a prospective randomised open-label blinded end-point study. BMJ Open 2020;10(11):e039683. doi: 10.1136/bmjopen-2020-.
- Van Duijnhoven E, Koopman FS, Tuijtelaars J, Altmann V, JM vD, Janse M, et al. Specialized orthotic care to improve functioning in adults with neuromuscular disorders: results of an open-label blinded end-point randomized controlled trial. Eur J Phys Rehabil Med 2025;61(3):496-508. doi: 10.23736/S1973-9087.25.08770-2.
- Vossen LE, van Netten JJ, Bakker CD, Berendsen HA, Busch-Westbroek TE, Peters EJG, et al. An integrated personalized assistive devices approach to reduce the risk of foot ulcer recurrence in diabetes (DIASSIST): study protocol for a multicenter randomized controlled trial. Trials 2023;24(1):663.
- Romanello M, Walawender M, Hsu SC, Moskeland A, Palmeiro-Silva Y, Scamman D, et al. The 2024 report of the Lancet Countdown on health and climate change: facing record-breaking threats from delayed action. Lancet 2024;404(10465):1847-96. doi: 10.016/S0140-6736(24)01822-1. Epub 2024 Oct 30.
- Steenmeijer MA, Pieters LI, Warmerhoven N, Huiberts EHW, Sotoelinga M, Zijp MC, et al. Het effect van de Nederlandse zorg op het milieu. Methode voor milieuvoetafdruk en voorbeelden voor een goede zorgomgeving. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM; 2022.
- Van Netten JJ, De Haes F, Bus SA, Sijm ME, editors. [DFSG25] Environmental impact of offloading modalities for people with diabetes-related foot ulcers: a life-cycle assessment. Diabetic Foot Study Group; 2025.
Trefwoorden: Doelmatigheid; Loophulpmiddelen; Prothese; Orthese; Orthopedisch schoeisel.
Gerelateerde artikelen NTR
Complexe problemen vragen niet om expertise maar om vakmanschap
Netwerkzorg als fundament voor passende revalidatie
‘Kiezen iets niet te doen’
Doelmatigheid in de loophulpmiddelenzorg
Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine
Het plannen van complexe zorg? Dat kan eenvoudiger, vinden ze in Groningen
Het ‘state of the (he)art’-revalidatieprogramma van Revant
Vogellanden geeft Zwolle en omgeving een gezondheidsboost