De prijzen van gas en elektra gaan door het dak. De krantenkoppen liegen er niet om; er is een energiecrisis aan de gang. Stoken voor de mussen en de kinderen laten douchen tot ze kieuwen krijgen is er niet meer bij.
De bevolking moet korter onder de pomp, minder rijden en de kachel net boven het vriespunt draaien, oftewel hun energiegedrag aanpassen om niet failliet te raken. Energie is opeens een schaars goed waar we bewuster en zuiniger mee om moeten springen.
Een paar dagen na het lezen van deze onheilspellende mediaberichten zie ik mevrouw Jannie Sprong*. Zij beleeft na een ernstige ziekteperiode haar persoonlijke energiecrisis.
Ja dokter, ik ga maar door tot ik erbij neerval, want zo heb ik het altijd gedaan.
‘Ja dokter, ik ga maar door tot ik erbij neerval, want zo heb ik het altijd gedaan. En twee dagen daarna ben ik totaal leeg en lig ik op de bank uit te puffen.’ Mevrouw Jannie Sprong, een alleenstaande vrouw van 30 jaar, vertelt rood aanlopend haar verhaal. Ze heeft altijd hard gewerkt en deed naast haar voltijds kantoorbaan het volledige huishouden tot elk kruimeltje was verdwenen en ging ’s avonds nog volop sporten. Haar energie was grenzeloos. ‘Vroeger deed ik veel aan turnen en was de mentaliteit niet dralen maar doorgaan’, voegt ze nog met klem toe. Deze leefstijl kon zij prima volhouden tot aan haar longembolie, waarna alles plotseling uit de rails liep. Na haar ziekenhuisopname merkte ze bij de minste of geringste inspanning gesloopt te zijn. Haar energievoorraad schommelde sterk met redelijke dagen, waarin ze al haar bezigheden propte, afgewisseld met dagen waarbij ze total loss op de bank lag uit te hijgen. ‘Ik trek dan nog geen banaan van tafel’, mompelde ze eerder. Haar gasvoorraad was opeens gekrompen en haar energiebalans totaal van slag, terwijl zij blijkbaar op haar oude, energieverslindende manier van leven bleef doorgaan.
Het verhaal van mevrouw Sprong staat niet op zichzelf. Nee, zij is in goed gezelschap. Patiënten als zij zijn gewend om ongeremd door het leven te denderen en lopen na een ongeval of ziekte vast, want remloos doorkarren lukt dan niet meer. Veel van deze doorgewinterde doorzetters weten niet wat vermoeidheid is en zijn gewend moeiteloos duizend-en-een ballen in de lucht te houden. Niet alleen voor henzelf maar ook voor anderen. Ja, Jannie doet dat wel even. En voordat Jannie antwoord kan geven krijgt zij de boodschappentas in de handen gedrukt en is ze voor haar bejaarde buurvrouw Toos op weg naar de Appie voor wasmiddel en een pot appelmoes. Want Jannie zegt nooit nee.
De hersenen beseffen niet dat het lichaam na een ziekte of ongeluk anders in elkaar steekt waardoor er plots een energiecrisis ontstaat.
De geest van deze patiënten lijkt ontkoppeld te zijn van hun lijf. De hersenen beseffen niet dat het lichaam na een ziekte of ongeluk anders in elkaar steekt waardoor er plots een energiecrisis ontstaat. Energie is opeens een schaars goed en patiënten als mevrouw Sprong moeten leren hier zuiniger mee om te springen.
Mevrouw Sprong zal tijdens haar revalidatiebehandeling inzien dat op de oude manier door ploeteren niet verstandig is en van een krakende wagen een stilstaande maakt. Verandering is nodig; oftewel een aanpassing van het gedragsprogramma om rond te komen met de beperktere gasvoorraad. Alles niet in een middag willen persen, maar het ramen lappen afwisselen met een koffiepauze. En morgen is er weer een dag. Kortom, een weekplanning maken en niet minder belangrijk, nee zeggen tegen buurvrouw Toos: vandaag ga ik niet voor je naar de Appie.
Zo revalideert mevrouw Sprong van een ongeremde naar een energiebewuste patiënt. En leert zij haar persoonlijke energiecrisis te bezweren.
*Fictieve patiëntnaam