31 oktober 2023

‘Mijn werk wordt steeds minder leuk.’ Deze opmerking van een collega raakt me. We hebben een nabespreking van een interdisciplinaire nazorgpoli en bespreken allerlei praktische zorgen.

Er is steeds vaker geen thuiszorg beschikbaar. Woningaanpassingen duren lang of er is geen verpleeghuisplek beschikbaar. Het zijn problemen waardoor we vaker een beroep moeten doen op het netwerk rond de revalidant. Maar de verwachtingen van het netwerk komen niet altijd overeen met de zorg die wij als revalidatiecentrum kunnen leveren. Er is de afgelopen decennia veel veranderd in de zorg die door ons geleverd kan worden. Opnames duren korter en revalidanten worden ook naar huis ontslagen als het huis nog niet is aangepast. Dit wringt en levert soms vervelende gesprekken op met revalidanten en hun naasten.

Het gesprek met mijn collega baart me daarom zorgen. Want juist nú hebben we betrokken mensen in de zorg nodig, die met veel werkplezier en bevlogenheid hun werk kunnen doen.

De vanzelfsprekendheid dat alles nú beschikbaar is, neemt steeds meer toe.

Ik merk dat er tegenstrijdige processen gaande zijn in onze maatschappij. We gaan steeds meer naar een 24 uurs economie, waarbij je een om 22 uur besteld pakketje de volgende dag al in huis hebt. Waarbij je op elk moment van de dag een maaltijd kunt thuis laten bezorgen en waarbij je boodschappen binnen 10 minuten bezorgd kunnen worden. De vanzelfsprekendheid dat alles nú beschikbaar is, neemt steeds meer toe.

Tegelijkertijd willen we met elkaar ook meer ruimte voor zingeving en vrije tijd en willen we dat alles ook steeds meer vanuit een duurzaam en betekenisvol perspectief plaatsvindt. Uiteraard is het terecht dat het niet vanzelfsprekend is dat iedereen fulltime werkt en is het goed dat je vanuit je privé-situatie en eigen ambities bepaalde keuzes maakt. Dit proces heeft echter ook consequenties die we met elkaar onder ogen moeten zien en moeten dragen. Het bespreken van keuzes en levensvragen gebeurt ook steeds vaker in professioneel verband met allerhande coaches, in plaats van met vrienden, familie of de pastoor.

De plek waar deze tegenstrijdige processen naar mijn idee het meeste botsen is in de zorg. Dit is de plek waar we veel van verwachten als het gaat om kwaliteit en kwantiteit van te leveren zorg. Iedereen wil immers direct geholpen worden bij een gebroken been of hartinfarct of de meest optimale revalidatie krijgen als hij of zij een dwarslaesie of een beroerte heeft opgelopen. En natuurlijk ook het liefst zonder wachttijd. Tegelijkertijd moet al die zorg ook betaald en geleverd worden en zijn we niet gewend om hier zelf vanuit eigen middelen een bijdrage aan te leveren. Dit gaat knellen, omdat de zorg steeds duurder wordt en omdat de beschikbaarheid van personeel een steeds groter probleem wordt. En de dure zzp’ers die zelf hun beschikbaarheid kunnen bepalen, zijn hiervoor geen structurele oplossing. Dit alles maakt dat mijn werk op dit soort aspecten steeds minder leuk wordt.

Een stukje bewustwording en realisatie dat niet alles direct nú kan is een eerste stap. Daarnaast zijn er mogelijk nog wat zaken die een positieve bijdrage zouden kunnen leveren. Ten eerste zou ik willen pleiten voor het stoppen met thuisbezorging als dat niet noodzakelijk is. Gewoon weer zelf boodschappen doen of naar de snackbar gaan. Direct een goede manier om in beweging te komen.

Ook zou het niet nodig moeten zijn om voor elk persoonlijk probleem direct naar een coach of psycholoog te gaan, maar eerst eens advies te vragen aan je buurvrouw, vader of zus. Deze geluiden horen we al langer van psychiaters als Damiaan Denys en Dirk de Wachter. Mogelijk kunnen de thuisbezorgers en coaches dan een rol spelen in het opvangen van het personeelstekort in de zorg, wat dan weer een win-win situatie is.

Ook ben ik blij met de geluiden die ik hoor, dat ziekenhuis- en verpleeghuisbestuurders aan het overwegen zijn om alle zzp’ers structureel te weigeren. Dit levert een kostenbesparing op en een eerlijkere verdeling van het werk dat gedaan moet worden.

Tot slot verzoek ik iedereen een beetje geduldig en lief voor elkaar te zijn.

Tot slot verzoek ik iedereen een beetje geduldig en lief voor elkaar te zijn. We moeten ons hierbij realiseren dat we als revalidatiecentrum moeten inspelen op de ontwikkelingen in de maatschappij en dat ook bij ons dingen veranderen. Maar, een revalidatiecentrum is geen bol.com en een patiënt is geen boek dat volgens een standaardprocedure door het revalidatieproces heen geloodst kan worden.

Auteur

Ilse van Nes

Ilse van Nes is revalidatiearts bij de Sint Maartenskliniek.

Gerelateerde blogs