27 februari 2024

Ik voelde me net een asbak. In de tijd dat er nog gerookt mocht worden in vliegtuigen, waren we onderweg naar Indonesië. De rokers zaten allemaal in het niet-rokers-gedeelte van het vliegtuig en kwamen om de beurt een sigaretje roken op de vrije plek naast mij in het rokersgedeelte. Helaas waren wij door omstandigheden te laat op het vliegveld om nog een plekje te bemachtigen in het niet-rokers-gedeelte.

Eerst was ik nog opgelucht dat er naast mij een stoel vrij was op deze nachtvlucht, zodat ik een beetje ruimte had om te slapen. Maar dat veranderde snel toen de stewardess duidelijk maakte dat deze stoel vrij moest blijven. De rokers gingen dus zitten in het niet-rokers gedeelte om niet in de stank te zitten… Enfin, aan het eind van de vlucht had ik én niet geslapen en voelde ik me een asbak. Zie daar het ontstaan van mijn afkeer tegen rokers en roken.  

In deze tijd van het jaar, een periode van goede voornemens, moet ik hier altijd weer even aan denken. Ook aan de rookruimte op onze dwarslaesieafdeling. Tijdens mijn opleidingstijd op de dwarslaesieafdeling kwam je eerst een rookruimte tegen voordat je de afdeling opliep. Een vissenkom van glas met wat transparante folie en echt een doorn in mijn oog. Toen een opgenomen patiënte me vertelde dat ze weer was gaan roken doordat er een rookruimte was, ben ik in actie gekomen. Uiteindelijk is deze rookruimte bij de afdeling gesloten en zijn er centrale rookplekken gekomen.

Wie zijn de mensen die nog bij fabrieken willen werken die sigaretten maken?

De afgelopen jaren is er gelukkig heel veel veranderd. Roken in vliegtuigen en op andere openbare plekken is al lang verboden. Ook is de rookvrije generatie in opkomst en hebben de ziekenhuizen door het nationale preventieakkoord met elkaar afgesproken om in 2025 rookvrij te zijn. Een ontwikkeling die ik van harte ondersteun. Door me in dit onderwerp te verdiepen heb ik echter ook geleerd dat roken een hardnekkige verslaving is en dat er meer moet gebeuren dan alleen bordjes ophangen dat de zorg rookvrij is. We moeten mensen die willen stoppen met roken dan ook op allerhande manieren ondersteunen.

Maar ik vraag me vooral af hoe het kan dat er toch zo veel nieuwe rokers bij komen? Hoe kan het dat nog steeds zo veel tieners gaan roken? Het aantal jongeren dat rookt is sinds 2017 niet verder gedaald en zit rond de 25 (!) procent. Waarom is het onder studenten nog steeds zo populair om te roken? De groepjes studenten die op de stoep bij de universiteit staan te roken blijven me verbazen. En hoe kan het toch dat vapen zo populair geworden is onder jongeren en dat ook bij mijn kinderen op school dit een steeds groter probleem aan het worden is? De term ‘replacement smoker’ vind ik ook zo naar en verschrikkelijk om te horen.

Maar ook: wie zijn de mensen die nog bij fabrieken willen werken die sigaretten maken? En waarom doet de overheid zo weinig om het roken uit te bannen?

Er zijn wel mensen als Wanda de Kanter en Bénédicte Ficq die op hun eigen manier proberen om het roken uit te bannen. Helden voor mij, die proberen om de machtige wereld van de overheid en de tabaksindustrie omver te krijgen.

Misschien is het in deze tijd van het jaar goed om de goede voornemens eens neer te leggen bij de partij waar ze eigenlijk bij horen te liggen. Hoe mooi zou het zijn als de directeur van de vape- en tabaksfabriek zou zeggen: ‘Mijn goede voornemen dit jaar is een plan maken voor het sluiten van mijn fabriek, zodat al die kinderen niet verslaafd raken aan roken en ze op kunnen groeien in een rookvrije generatie!’

Auteur

Ilse van Nes

Ilse van Nes is revalidatiearts bij de Sint Maartenskliniek.

Gerelateerde blogs