Elke dag maken we aan de lopende band keuzes. Welke kleren trek ik aan? Wat eet ik vandaag? Ga ik op de fiets of met de auto naar mijn werk? Ga ik sporten of wordt het een avondje voor de buis? Veel van deze keuzes gaan bijna automatisch en zonder dat je er al te veel bij na hoeft te denken.
Al die keuzes die ik op een dag maak, hebben allemaal een doel. Ik poets mijn tanden twee keer per dag, omdat ik geen gaatjes in mijn tanden wil. Ik wacht bij het oversteken voor een rood stoplicht, omdat ik niet aangereden wil worden. De keuzes en de reden lijken eenvoudig.
Maar wat nu als je een keuze te maken hebt zonder zeker te weten of deze keuze bijdraagt aan het halen van dat doel. Wat dan? Sterker nog; belangen en doelen lopen geregeld uiteen en keuzes kunnen ook negatieve gevolgen hebben. Op welke manier kom je dan tot een keuze?
Als bestuurder in de zorg maak ik dagelijks keuzes als het gaat om kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van onze zorg binnen mijn eigen domein en invloedsfeer. Ik probeer hierbij veel oog te houden voor iedereen binnen onze organisatie en onze samenwerkingspartners. De uitdagingen zijn groot en pasklare antwoorden zijn er vaak niet. Er moeten keuzes gemaakt worden waar niet iedereen op de korte of lange termijn positief over is.
Wanneer maak je dan een afgewogen keuze vanuit feitelijke informatie en wanneer laat je de situatie ‘organisch’ tot een keuze leiden? En hoe laat je het onderbuikgevoel een rol spelen? Waarbij ik op de lijn zat van een gezamenlijke interne en externe analyse, stip op de horizon, koers bepalen en strategie uitzetten, werd ik onlangs geprikkeld door een medebestuurder. Vanuit onze betrokkenheid bij een kleine zorg- en welzijnsorganisatie intrigeerde mij het gesprek dat wij hier over hadden. Haar lijn legde de focus veel meer op verbinden en vanuit die verbinding tot realisatie te komen. Meer verkennen, doen, proberen en handelen vanuit onderlinge (informele) relaties. Organisch stappen zetten, leren en van daaruit dan weer keuzes maken. In deze context was dit een werkend mechanisme. Die omgeving functioneert op deze manier.
Als het gaat om de transformatie in de zorg dan is het zoeken, proberen, leren en vooral doorzetten. Er zijn geen pasklare antwoorden waarop keuzes gemaakt kunnen worden.
In mijn dagelijkse werk gaat het om de kwaliteit van ons zorgaanbod, een andere manier van zorg verlenen (gezonde bedrijfsvoering), vitaliteit van de medewerkers, nieuwbouw en het aangaan van samenwerkingsverbanden. De transformatie die binnen de zorg noodzakelijk is, staat daarbij centraal. Mij realiserend dat verandering vaak echter ook pijn doet.
Als het gaat om de transformatie in de zorg dan is het zoeken, proberen, leren en vooral doorzetten. Er zijn geen pasklare antwoorden waarop keuzes gemaakt kunnen worden.
Belangrijk daarbij om vooral wel te blijven bewegen en dus keuzes te maken, zonder zeker te weten of je het juiste doet. Want als we blijven doen wat we deden, krijgen we dat wat we kregen. En dat is geen optie.
En veranderen is natuurlijk niet iets dat je in je eentje doet, maar dat doe je samen. Niet alleen samen met collega’s in onze organisatie, maar ook met onze partners. Zo hebben wij met drie andere revalidatiecentra, in het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA), drie impactvolle transformatieplannen bij onze grootste zorgverzekeraars ingediend. Bij de beoordeling willen zij zoveel mogelijk zekerheid en controle, kortom zeker weten of onze keuzes in de transformatieplannen leiden tot het doel dat we willen behalen. Het traject om tot goedkeuring en financiële middelen te komen is zo veelomvattend en gedetailleerd dat de definitieve keuze uitblijft en daardoor het gezamenlijke enthousiasme en de motivatie voor verandering binnen de vier organisaties aan het wegzakken is.
Natuurlijk, ongefundeerd keuzes maken en gelden besteden, is wat niemand wil. Wij niet, zorgverzekeraars niet, niemand niet. Het is niet dat we niet willen verantwoorden. Maar wat nu als we wat meer op zoek gaan naar een ander evenwicht tussen gecontroleerd en organisch kiezen? We hebben nu eenmaal geen glazen bol. Wat we wel weten is dat we gezamenlijk vooruit willen. Dat we een doel voor ogen hebben. Om te bewegen moet je immers kiezen!