7 februari 2023

Enkele jaren geleden nam ik samen met mijn collega’s deel aan een zogenaamde Disc-training. De essentie hiervan is: het indelen van mensen in verschillende kleuren, al naar gelang het karakter en de eigenschappen van de persoon. Rood: is dominant en strijdlustig, Blauw: correct en precies, Groen: stabiel en hulpvaardig en Geel: inspirerend en extrovert. In het verloop van de sessie werden we vakkundig voorzien van een persoonlijk kleurenpallet. Ik werd blauw/rood gelabeld.

Daarna werden de meningen en opmerkingen van mij en de collega’s stelselmatig door de cursusleider van een typerende Disc kleur voorzien in de trant van: Dat is wel een erg rode opmerking die je daar net maakte. Wil je iets minder Geel zijn. Er mag meer Rood bij. Ik kreeg langzaam maar zeker het onbehagelijk gevoel dat wij op deze manier door de Disc kleuren gevangen werden gezet, oftewel geDiscwalificeerd. Immers: mijn zienswijze en mening werden meteen voorzien van een bijbehorende kleur-stempel en zo behendig in een kleur-vakje geduwd. Ik probeerde nog op luchtige toon een door één van de collega’s gemaakte suggestie te labelen als een Paarse opwelling, want paarse krokodillen bestaan immers ook. Maar dat werd door onze kleuren-goeroe niet gewaardeerd.

Maanden na deze sessie bleven de kleuren hardnekkig terugkomen tijdens verschillende overleggen, als middel om een gemaakte opmerking of gegeven mening pijlsnel in het juiste vakje te persen. Dat is een erg blauw voorstel, werd geroepen en hup het kleur-vakje was gevuld terwijl de inhoud van de opmerking door deze afleidingsmanoeuvre iedereen ontging. De betreffende Kleuren-codeerder leek tussen de regels door te zeggen: ik hoef niets meer van je te horen, de kleur van jouw voorstel zegt mij meer dan genoeg. Waardoor de gelabelde Blauwe smurf die de opmerking had gemaakt plots gevangen werd gezet in zijn eigen kleuren-bajes.   

Een iets grovere vakjes-indeling is die van de Denkers en Doeners. Eenmaal gebrandmerkt als Doener verwacht men van je een niet al te bruisend denkvermogen. Een goed doordachte suggestie van de Doener wordt in de regel niet begrepen en afgedaan als: dat hadden we van jou zeker niet verwacht. Met de subtiele ondertoon dat de betreffende Doener zijn statement wellicht als vergissing had gelanceerd, want deze oprisping past niet in het Doener-vakje.  

Ook bij het behandelen van onze patiënten dreigen we in vakjes te denken. Meneer Smit is wel erg sub-assertief en mevrouw Pruim te perfectionistisch. Deze typeringen dreigen meer bepalend te zijn voor het beeld van de persoon dan zijn of haar werkelijk gedrag. De termen sub-assertief en perfectionistisch kleuren onze blik met het gevaar op gapende blinde vlekken waar we niet meer omheen kijken. De patiënt is slinks in een vakje gevangengezet, met als resultaat dat wij onze objectieve kijk op de persoon verliezen.

Onze professies dreigen eveneens ingezet te worden als vakjesjargon-instrument. Een arts die praat over zorgkwaliteit ziet men meestal als iemand die zuiver opkomt voor de inhoudelijke kwaliteit van de behandeling terwijl een manager gedurende dezelfde discussie het label krijgt van kostenbeheerser. Dezelfde term, zorgkwaliteit, maar met een andere perceptie. Dit doet geen recht aan de werkelijke mening van de persoon en kan zelfs remmend werken in de onderlinge communicatie en samenwerking. 

Hoe dringen we het vakjesjargon terug?  Als eerste door te beseffen dat vakjes-denken bestaat en dat het ons allemaal beïnvloedt. Daarna door de kleuren-bril af te zetten en onbevooroordeeld te kijken naar de patiënt en collega tegenover je en als laatst: door een sticker op de deur te plakken met de tekst: gelieve geen vakjes jargon.

Auteur

Erwin Baars

Erwin Baars is revalidatiearts bij De Vogellanden.

Gerelateerde blogs