1 juli 2025

‘Hoi, mag ik iets vragen?’ De bestuurssecretaris en ik willen net ons overleg beginnen als een collega haar hoofd om de hoek van de deur steekt. Ik ken haar nog niet goed, maar we hebben elkaar wel al eerder gezien.

Kort na mijn start als bestuurder kreeg ik een enthousiaste mail van een van de ergotherapeuten. ‘Welkom bij Reade. We keken vol ongeduld uit naar je komst’. Altijd leuk zo’n mededeling. De zin gaat verder: ‘… en wel om een andere reden dan vanwege je rol als lid van de raad van bestuur’. Dat maakt nieuwsgierig. In het afgelopen jaar blijkt er een project te zijn uitgevoerd door de NAH-teams waarbij het thema slaap centraal stond. De evaluatie had uitgewezen dat er behoefte was aan meer verdieping op dit thema, bijvoorbeeld door middel van een presentatie door een slaapspecialist. En laat er nou net een nieuwe bestuurder zijn aangesteld die neuroloog/somnoloog is… 

Zodoende stond ik een paar weken later voor een zaal met ruim 50 professionals uit de kliniek. Ik hield een praatje over slaapfasen, de biologische klok, het belang van een goede nachtrust en de mogelijkheden op het gebied van diagnostiek en behandeling van diverse slaapstoornissen. Ontzettend leuk, met veel vragen en interactie. Het betekende voor mij ook weer even met iets vertrouwds bezig zijn in een periode waarin bijna alles nieuw en anders was.

In de week na mijn presentatie kreeg ik twee keer een mail met vragen en verzoeken om advies over slaapproblemen bij een cliënt. De behandelaar die nu in mijn deuropening staat zat ook in de zaal tijdens het praatje. Ze vertelt dat een zoon van een kennis al langere tijd forse problemen heeft met zijn slaap-waakritme. Kan ik hier misschien iets in betekenen, zou ik bijvoorbeeld eens met moeder kunnen praten?

Met een licht schuldgevoel leg ik uit dat ik me niet inhoudelijk met deze casus kan bemoeien.

Na vele jaren in de spreekkamer is mijn eerste reflex de klacht verder uit te vragen; hoe ziet het waak-slaap ritme er precies uit, welke behandelingen zijn er al geprobeerd, spelen er ook andere zaken? Maar direct daarna bemerk ik ongemak bij mezelf. Dit is namelijk geen spreekkamer en ik ben hier niet aangesteld als dokter. Bovendien zijn we in overleg en de bestuurssecretaris heeft hierna weer een volgende afspraak. Met een licht schuldgevoel leg ik uit dat ik me niet inhoudelijk met deze casus kan bemoeien. Ook geef ik ter overweging mee met de huisarts te bespreken of verwijzing naar een slaapcentrum is aangewezen.

Vragen staat vrij. Maar na dit voorval gaat er van alles door mijn hoofd. Over waarom ik me nou eigenlijk bezwaard voel. Over dat het wennen is, zo’n nieuwe rol. Over de switch van spreekkamer naar bestuurskamer. Van gestructureerde consulten naar een ander soort gesprekken, die lang niet altijd direct tot een diagnose of een concreet plan hoeven te leiden. Over dat je het niet iedereen naar de zin kunt maken. En dat het soms goed is de neiging te onderdrukken om bij een vraag meteen in de helpmodus te schieten. Over het belang van rolvastheid. En ook over hoe de balans te vinden tussen toegankelijk en benaderbaar willen zijn en tegelijk je grenzen bewaken. Met een deur die spreekwoordelijk altijd open staat maar in de praktijk ook wel eens dicht gaat. Omdat het soms ook nodig is om iets voor elkaar te krijgen.

Stof tot nadenken. En dat is nog los van het feit dat ik me nu – na bijna 25 jaar neurologie – pas realiseer hoe weinig je als verwijzend neuroloog weet van wat er vaak volgt nadat jij je behandeling hebt afgerond. En dat ik nu pas écht zie hoe relevant de revalidatiesector is. Maar daarover de volgende keer meer.

Auteur

Lonneke de Lau

Lonneke de Lau is neuroloog, somnoloog en lid van de raad van bestuur van Reade

Gerelateerde blogs

Een meter vijfendertig

Aandacht

Pieken op de Dom