Hoe word je het best geholpen bij niet-aangeboren hersenletsel (NAH)? Die vraag hebben cliënten en hun behandelaars vaak. Voor een snel en helder antwoord is er in Tilburg nu een gezamenlijk spreekuur van behandelaars in de eerste lijn en revalidatieartsen. ‘Door direct overleg gaat minder tijd verloren.’
Het gebeurt geregeld dat iemand met NAH hulp krijgt bij een therapeut in eigen omgeving: dit is zorg in de ‘eerste lijn’. Soms is het dan de vraag of behandeling door specialisten in de ‘tweede lijn’ zinvol is. Een revalidatiearts, een tweedelijns professional in een ziekenhuis of revalidatiecentrum, heeft de expertise om dit te beoordelen. Het kan echter even duren voor de cliënt een revalidatiearts ziet, want doorverwijzing is een heel traject: van fysio- of ergotherapeut naar huisarts naar revalidatiearts. En dan komt er nog wachttijd bij. ‘En als de revalidatiearts daarna zegt dat bijvoorbeeld een botoxbehandeling of gangbeeldanalyse niet zinvol is, is de patiënt intussen wel zo drie maanden verder’, zegt Hans Pouwer, fysiotherapeut en voorzitter van MENT.
Lijn verkorten
Daarom is er tegenwoordig in Tilburg een spreekuur met de revalidatiearts en eerstelijns hulpverleners. Dit is een initiatief van Libra Revalidatie & Audiologie en MENT (multidisciplinaire eerstelijns NAH-zorg Tilburg e.o.). Doel is het verkorten van de lijn naar specialistische revalidatie, om de cliënt zo goed en efficiënt mogelijk te helpen. Dit gezamenlijke spreekuur wordt eens in de twee maanden gehouden. De fysio- en ergotherapeuten, logopedisten, maatschappelijk werkers en psychologen nodigen dan cliënten uit voor wie ze graag advies willen. Acties kunnen direct na het spreekuur in gang worden gezet. De cliënt weet sneller of er iets kan worden gedaan en zo ja wat, en ontvangt zorg op maat. Sommige cliënten zijn na het advies gestart met een revalidatiebehandeling. Anderen hadden bijvoorbeeld baat bij een schoenaanpassing of konden na het specialistisch advies de therapie voortzetten in de eigen praktijk.
Lagere drempel
Op dit moment wordt het gezamenlijke spreekuur nog niet vergoed en dragen MENT en Libra zelf de kosten. Alle betrokkenen zijn enthousiast en willen graag doorgaan. Revalidatiearts Anita Tinga: ‘Door het spreekuur wordt de drempel naar specialistische zorg lager voor cliënten. Wij komen naar de praktijk die ze kennen. Bij het gesprek is hun eigen behandelaar aanwezig, dat is minder belastend voor een cliënt. Samen beoordelen met de eigen therapeut levert de revalidatiearts betere informatie. Door samen om de tafel te zitten, werk je effectief en kom je snel tot goede oplossingen.’ De cliënten zijn ook positief. Die zijn vooral blij dat hun vertrouwde behandelaar bij het gesprek is. Alle betrokkenen zien zorgverbetering: de korte lijnen en soepele kennisoverdracht is voor iedereen een voordeel. Ook voor de zorgverzekeraars zou dit een belangrijke bonus zijn, als ze deze zorg vergoeden: de cliënt wordt sneller en beter geholpen.