Wat gz-psycholoog, waarbij gz staat Voor ‘gezondheidszorg’
Waar Vogellanden, Zwolle
Waarom omdat de psyche een grote rol speelt in de revalidatie
Aan het woord Moniek Medema-Veldkamp, gz-psycholoog
Wat houdt jullie werk in?
‘Ik werk samen met mijn collega-gzpsycholoog Anke Schuur met mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door een ongeval, CVA, hersentumor of MS. We doen zowel klinisch als poliklinisch onderzoek en behandeling. Veelal gaat het hierbij om het zichtbaar maken van wat wel ‘de onzichtbare gevolgen van NAH’ worden genoemd: de moeilijk grijpbare emotionele, gedragsmatige en cognitieve veranderingen. We maken deze gevolgen inzichtelijk door middel van diagnostiek en begeleiden revalidanten en hun naasten bij het leren omgaan met die gevolgen. Daarbij speelt verwerking en acceptatie vaak een grote roll. Ook behandelen we eventuele psychische stoornissen bij revalidanten, zoals een stemmings- of angststoornis, die een belemmerende rol kunnen spelen in het revalidatieproces. In de kliniek geven we daarnaast adviezen aan de verpleging en collega behandelaren ten aanzien van de gedragsbenadering van revalidanten. Want ook gedrag en gedragsverandering zijn bij uitstek het terrein van de gz-psycholoog.’
Hoe is de werkwijze?
‘Binnen de neurologie zien we vrijwel iedere revalidant voor een intake. Tijdens het intakegesprek beoordelen we of er een hulpvraag ligt op psychologisch gebied en of nadere diagnostiek verricht moet worden, zoals neuro-psychologisch onderzoek. De psycholoog bespreekt vervolgens de bevindingen met de revalidant en naastbetrokkenen. Als uit de intake een behandelvraag naar voren komt, volgen behandelgesprekken. We stellen hiervoor met de revalidant een behandelplan op en kiezen afhankelijk daarvan een therapie-insteek. We werken breed en maken gebruik van diverse methodieken, zoals cognitieve gedragstherapie, motiverende gespreksvoering, oplossingsgerichte therapie of Acceptance and Commitment Therapy, een therapievorm gericht op acceptatie en het vinden van een toekomstperspectief gebaseerd op iemands waarden. Als het gaat om cognitieve revalidatie, waarbij dus het cognitief functioneren niet één van de revalidatiedoelen maar het hoofddoel is, spelen we een centrale rol.’
Wat is het effect van jullie begeleiding?
‘We leren mensen, vaak samen met de ergotherapeut, hoe ze strategieën kunnen toepassen voor het omgaan met hun cognitieve beperkingen, waardoor ze daar minder hinder van ondervinden. Maar het gaat om compensatie: de beperkingen zelf zijn vaak blijvend, en dan kan het een hele worsteling zijn voor mensen om te moeten aanvaarden dat hun functioneren dus blijvend is veranderd. Dit is vaak verbonden met allerlei gedachtenpatronen, bijvoorbeeld verwachtingen die iemand van zichzelf heeft. Door deze patronen samen te verhelderen en iemand te helpen hier meer afstand van te nemen en te kijken naar wat voor hem of haar belangrijke waarden zijn in het leven, creëer je ruimte voor het zoeken naar een nieuw toekomstperspectief. Zo zie je mensen vaak weer in beweging komen.’
Wat vind je het bijzondere van je werk?
‘Het is elke keer weer boeiend om de veerkracht en flexibiliteit van de mens te zien en deze te helpen versterken. Revalidanten stellen zich in gesprekken doorgaans open en kwetsbaar op. We horen en zien dingen die ze vaak lastig of helemaal niet met anderen delen. Het vertrouwen dat je krijgt geeft een gevoel van waardering en zorgt ervoor dat je in een behandeling het uiterste uit jezelf wilt halen om mensen weer in hun kracht te krijgen.’
Zijn er ontwikkelingen gaande in je vak?
‘Er wordt in de revalidatiepsychologie steeds meer gewerkt met e-health. Ook worden er nieuwe behandelmodules ontwikkeld, bijvoorbeeld gericht op het verbeteren van de sociale cognitie na hersenletsel, dus de wijze waarop mensen denken over zichzelf en hun sociale omgeving. Mijn collega Anke heeft verder met een ergotherapeut een inzichtmodule gemaakt, bedoeld om het ziekte-inzicht bij revalidanten met hersenletsel te vergroten. Daarnaast gaan we kijken of we ons behandelaanbod voor een bredere doelgroep kunnen inzetten, bijvoorbeeld voor revalidanten met geheugenproblemen door burn-out-klachten of met neuropsychiatrische beelden zoals milde vormen van adhd.’