Revalidatiearts Floris van Asbeck was 27 jaar werkzaam op de dwarslaesieafdeling van De Hoogstraat. Vorig jaar ging hij met pensioen. Wel is hij nog als revalidatiarts-onderzoeker verbonden aan het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht.

’Mijn werk met dwarslaesiepatiënten heb ik met veel plezier gedaan. Wat ik altijd zo bijzonder heb gevonden, is dat velen van hen ondanks hun zware handicap ongelooflijk goed functioneerden. Dat hebben ze dan zelf bereikt, maar als arts schep je met je team wel de voorwaarden. Dit alles lukt alleen dankzij de holistische benadering van de revalidatiegeneeskunde. Je kunt geen goede revalidatiearts zijn als je de mens niet in zijn geheel beschouwt. Je moet je niet alleen richten op de medische aandoening, maar ook op de psychische en sociale achtergrond van de patiënt. Dat maakt dit vak complex maar ook vreselijk boeiend.’

Van Asbeck ziet dat in de geneeskunde – ook die van de revalidatie – steeds meer richtlijnen worden ontwikkeld. ‘Ikzelf vind dat de arts telkens moet bepalen of het voor een specifieke patiënt zinvol is deze toe te passen of niet. Het kan goede geneeskunst zijn er in een individueel geval van af te wijken.’ Een laatste opmerking betreft het management: ‘Ik heb meegemaakt dat zich een slingerbeweging heeft voltrokken van faciliterend management – dokters en managers werken gelijkwaardig samen – naar het directief management – de dokters moeten doen wat de managers zeggen. Ik hoop dat de slinger weer terug zal gaan naar het coöperatief management, omdat dit garant staat voor de meest efficiënte zorg.’