Het eigen dossier digitaal inlezen
De revalidatiesector werkt hard aan de invoering van patiëntenportalen, die mensen digitaal toegang geven tot relevante persoonlijke informatie. Een belangrijk doel daarbij is om alle revalidanten digitaal inzage te geven in het eigen dossier. Dit is nu alleen nog mogelijk bij de revalidatieafdelingen van het UMC Utrecht en het Radboudumc, en bij zelfstandig behandelcentrum Ciran. Maar het is de verwachting dat de hele sector binnen een paar jaar grotendeels zo ver is.
‘Wij waren de eerste revalidatie-instelling die patiënten via internet volledige toegang gaf tot het eigen dossier’, vertelt Wim Wertheim, hoofd van het team van vier revalidatieartsen bij Ciran. ‘De dossiers zijn al zeven jaar toegankelijk, ook het professioneel-inhoudelijke deel. We maakten dit mogelijk omdat we veel waarde hechten aan de autonomie van de patiënt. Toegang tot het volledige eigen dossier maakt deel uit van die autonomie. Het stelt mensen in staat om meer de regie te nemen bij alle processen die hun gezondheid en hun kwaliteit van leven moeten verbeteren. Ze moeten daar niet alleen volwaardige partner worden, maar ook degene die uiteindelijk de beslissingen neemt.’
Zorgvuldig formuleren
Het is de ambitie van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen dat alle leden, waaronder revalidatie-instellingen, in 2020 een eigen patiëntenportaal hebben. Al in 2018 moeten alle patiënten in Nederland hun dossier digitaal kunnen downloaden. De cultuuromslag die daarvoor nodig is valt mee, vindt Wertheim. ‘De behandelaars van Ciran weten inmiddels niet anders meer. Je moet zorgvuldig formuleren wanneer je iets in het dossier zet, maar dat is alleen maar goed, en het went snel. De grotere autonomie van patiënten maakt het voor artsen ook makkelijker. Je denkt minder óver patiënten en meer mét hen. Daarmee deel je de verantwoordelijkheid, zoals dat ook hoort.’ Overigens hebben niet alle patiënten daar evenveel behoefte aan. ‘Ongeveer driekwart kijkt in het dossier, een kwart niet. De mensen die erin kijken, vinden het heel prettig. Ze brengen soms ook verbeteringen aan, want ze kunnen hun dossier zo nodig laten aanpassen.’ De moderne patiënt ervaart het portaal nu al niet meer als een extra, stelt Wertheim. ‘Het zal heel snel iets vanzelfsprekends worden.’
Stortvloed aan vragen
Ook de revalidanten bij het Radboudumc kunnen sinds 2012 een deel van het eigen dossier digitaal inzien. ‘De reacties zijn heel positief’, vertelt Laurien Honing-Broenland. Zij is secretaresse op de afdeling revalidatiegeneeskunde en participeert namens die afdeling in de werkgroep die het ziekenhuisbrede patiëntenportaal mijnRadboud bestiert. ‘In het begin waren zowel patiënten als behandelaars wat terughoudend, maar die koudwatervrees was snel verdwenen.’ De twijfel bij behandelaars lag vooral bij de nieuwe mogelijkheid voor patiënten om hun behandelaar digitaal vragen stellen in een beveiligde omgeving. ‘Behandelaars waren bang dat dat tot een stortvloed aan vragen zou leiden, maar dat valt erg mee. Patiënten maken er verantwoord gebruik van. En het heeft als voordeel dat de vragen en antwoorden altijd terug te vinden zijn.’ Nog lang niet alle revalidanten maken gebruik van de nieuwe mogelijkheden. ‘Op de afdeling revalidatiegeneeskunde doet zo’n 28 procent mee. Dat is al meer dan we verwachtten, maar we zien het nog als begin.’ Radboudumc heeft de laatste jaren hard gewerkt aan mijnRadboud omdat het de patiënt als partner ziet: ‘We willen dat de patiënt onderdeel is van het behandelteam. Daarvoor is het essentieel om het eigen dossier makkelijk te kunnen inzien.’
Nieuwe werkelijkheid
Overigens gaat het bij een patiëntenportaal om veel meer dan het kunnen inzien van het eigen dossier. Bij Radboudumc kan de patiënt via het portaal onder meer zelf vervolgafspraken maken, vragenlijsten invullen en de uitslagen van onderzoeken inzien. Bij Ciran vormt het portaal zelfs de basis van de werkwijze, zegt revalidatiearts Wim Wertheim: ‘Al voor de intake vult de patiënt allerlei gegevens in op het portaal. Ook beantwoordt hij daar vragenlijsten, bijvoorbeeld over zijn gezondheid. Uiteindelijk komt alle informatie die patiënten, fysiotherapeuten en psychologen aanleveren bij mij. Aan de hand daarvan gaan we in gesprek met de patiënt over het al dan niet beginnen van een behandeltraject.’ En ook na dat traject blijft het portaal relevant. ‘Zo hebben we therapeutische games ontwikkeld die rechtstreeks gekoppeld kunnen worden aan het dossier. Patiënten kunnen daarmee doorgaan wanneer de behandeling is afgerond.’ Het is een ontwikkeling die nu heel snel gaat. Laurien Honing- Broenland van Radboudumc: ‘Zo kunnen onze patiënten de ruwe notities van artsen en diagnoses nog niet digitaal inzien. Deels heeft dat technische redenen, die we nu proberen weg te nemen.’ Wim Wertheim: ‘Digitale inzage in het eigen dossier lijkt nu misschien nog een gunst voor de patiënt, maar over een jaar of twee loop je achter wanneer je het niet biedt. De nieuwe werkelijkheid wordt dat de patiënt voortdurend in het eigen dossier kan kijken.’