Op 1 juli nam de ledenvergadering van Revalidatie Nederland de nieuwe Visie op de ziekenhuisrevalidatie aan. De medisch specialistische revalidatie moet de spil in de regionale keten worden. Daarbij zijn revalidatiecentrum en revalidatieafdeling van het ziekenhuis gelijkwaardig. Zij nemen samen de regie.

In ontwikkeling  

Daarbij is de ziekenhuisrevalidatie sterk in ontwikkeling en werd de multidisciplinaire samenwerking met andere specialismen in het ziekenhuis de afgelopen jaren steeds sterker. ‘Waar revalidatieafde­lingen vroeger regelmatig letterlijk in de kelder waren gehuisvest, wordt de expertise van de medisch specialistische revalidatie meer en meer erkend. Daarmee is de zichtbaarheid van het vak toege­nomen. Revalidatieartsen krijgen steeds vaker de vraag om mee te doen aan multidisciplinaire spreekuren en overleggen. Zij worden eerder betrokken bij de behandeling omdat ook de andere specialis­men zien dat het revalidatieproces dan beter verloopt.’ Reden genoeg dus, om met de branchevereniging nog eens goed te kijken naar de positie van de ziekenhuisrevalidatie. ‘We willen de ziekenhuisrevali­datie een prominentere rol geven binnen de structuur van Revalidatie Nederland. En we formuleerden een nieuwe visie op de toekomst.’
 

Ketenzorg  

Die visie moest recht doen aan de veranderende positie van de medisch specialistische revalidatie binnen het ziekenhuis. Daarnaast moest de visie aansluiten op maatschappelijke ontwikkelingen. ‘Belangrijk is de toenemende ketensamenwerking, ook met de eerste lijn. Cliënten worden steeds minder klinisch, en steeds meer polikli­nisch behandeld. Waarbij er meer dan in het verleden sprake zal zijn van een transitie naar de eerste of anderhalve lijn.’ De nieuwe visie maakt geen onderscheid meer tussen ziekenhuisrevalidatie en reva­lidatie in de centra. ‘Het gaat om medisch specialistische revalidatie, alleen de locatie verschilt.’ Daarbij organiseren het ziekenhuis en het revalidatiecentrum gezamenlijk de regionale revalidatie. ‘Zij doen dat met elkaar, in samenwerking met de ketenpartners. Ze zorgen voor triage en regie, zodat de patiënt op de juiste plek de juiste zorg met de juiste intensiteit krijgt. Dat betekent ook dat de revalidatiearts bij voorkeur al vanaf de opname van de patiënt in het ziekenhuis betrokken wordt.’ De logistiek van centra en ziekenhuizen moet naadloos op elkaar gaan aansluiten. ‘Zodat patiënten makkelijk en precies op tijd kunnen doorstromen naar het revalidatiecentrum.’

Consulentenrol  

Heel concreet verwacht Essers dat de ziekenhuis-revalidatie steeds vaker een consulentenrol gaat krijgen in de eerste en anderhalve lijn. ‘Zo’n ontwikkeling is er al in transmurale ketens rond bij­voorbeeld pijnrevalidatie. Nu al zie je veel initiatieven waarin de medisch specialistische revalidatie een rol heeft vanaf de eerste lijn tot en met de derde lijn. Naast de verwijzing naar het revalidatiecentrum zal er sprake zijn van transitie naar de eerste- en anderhalvelijnszorg, bij meerdere doelgroepen, die met name in de chronische fase zorg krijgen. Bijvoorbeeld bij chronische pijn, de chronische fase van hersenletsel of bij oncologische aandoeningen. Daar moeten we als revalidatie in het ziekenhuis op voorbereid zijn en op inspelen. Bijvoorbeeld door de patiënten daar snel te zien, door steeds vaker spreekuur te houden in de eerste lijn en door een rol als ketenregisseur of expertfunctie naar professionals in de eerste
lijn na te streven.’ Komend jaar gaat het RN-bestuur de visie in de regio’s bespreken met de ziekenhuisafdelingen en centra. ‘We gaan bespreken hoe we de ziekenhuisrevalidatie nog beter op de kaart kunnen zetten, hoe we de samenwerking met de instellingen kunnen optimaliseren en hoe we de rol van de revalidatie in de keten zo kunnen vormgeven dat we die regierol ook kunnen waarmaken. Vervolgens is het aan de ziekenhuizen en revalidatiecentra om op de visie voort te bouwen.’