22 februari 2022

Met de implementatie van het nieuwe landelijke opleidingsplan BETER in Beweging per 1 juli 2020 heeft de aios de keuze om zich te profileren binnen drie verschillende generieke activiteiten. Verdieping in de thema’s is niet verplicht vanuit het opleidingsplan, maar verdieping kan je wel helpen om je in de toekomst te profileren binnen een bepaald gebied van de revalidatiegeneeskunde. Het is van belang dat we binnen onze vereniging verschillende mensen met verschillende aandachtsgebieden hebben, zodat ons vak beter op de kaart gezet wordt. Dit begint al in je opleiding, zodat je zo goed mogelijk voorbereid bent op het werken als revalidatiearts. Ruim een jaar later leek het ons als Junior VRA een mooi moment om de eerste ervaringen van de aios uit verschillende circuits te delen.

Actief bijdragen aan de wetenschap

Tim Crul, aios de Hoogstraat te Utrecht

Wetenschap is een belangrijk thema binnen de geneeskunde. We leren om zoveel mogelijk evidence based te werken, zodat de zorg die we kunnen leveren effectief en meetbaar is. Ook binnen de revalidatiegeneeskunde is het leveren van evidence based zorg van groot belang. Daarom is er ook binnen het portfolio van de revalidatiegeneeskunde aandacht voor het doen van onderzoek met de generieke activiteit ‘actief bijdragen aan de wetenschap’.

Omdat ik naast mijn opleiding tot revalidatiearts binnen het OOR Utrecht een promotietraject ben gestart, wil ik met jullie mijn ervaring en ideeën over de generieke activiteit ‘actief bijdragen aan de wetenschap’ delen. Het onderwerp van mijn promotie- traject is ‘pijn bij mensen met een dwarslaesie’. Ik doe mijn opleiding parttime, zodat ik daarnaast tijd heb voor dit onderzoek.

Bij de publicatie van mijn eerste artikel is mijn niveau gezet op ‘basis’. Dit niveau is toegekend omdat ik de kennis die is verkregen uit mijn onderzoek, heb toegevoegd aan de digitale kennisbank van de medische wetenschap. Echter zal bij het toekennen van het niveau ‘verdieping’ iets anders moeten volgen. Momenteel is het zo dat de AIOS hiervoor een verzoek middels reflectieverslag bij zijn opleider neerlegt. De opleiders bespreken dan of dit voldoende is om het niveau van ‘actief bijdragen aan de weten- schap’ kan worden aangepast.

Er zijn geen harde eindtermen voor het behalen van deze generieke activiteit. Actief bijdragen aan de wetenschap kan liggen in het onderzoek wat je zelf uitvoert. Daarbij is het opschrijven en publiceren één ding, maar het verder de wereld inbrengen een ander ding. Als verdieping kun je hierbij bedenken dat het presenteren van je onderzoek op een (internationaal) congres middels workshop of oral presentation onderdeel kan zijn voor het vinden van verdieping in de activiteit. Maar naast het opstellen van je eigen onderzoek, is er ook een rol weggelegd in de implementatie van onderzoek. Denk hierbij aan het bijdragen aan het opstellen of onderhouden van de huidige VRA-richtlijnen. Ook op deze manier zou je als arts in opleiding verdieping kunnen vinden. Daarbij is het van belang om in gesprek te gaan met je opleider gedurende je opleiding.

Tot slot wil ik nog delen dat ik zelf mijn onderzoek met plezier uitvoer. Echter is het van belang dat je affiniteit met deze activiteit moet hebben, en ik kan mij goed voorstellen dat niet iedereen affiniteit heeft met het doen van onderzoek. Iedereen werkt met evidence based medicine en houdt rekening met de kennis en standaarden die voor zijn praktijk gelden. Dit betekent echter niet dat iedereen actief moet bijdragen aan de wetenschap.

Leiderschap in witte jas

Maaike ten Thije-de Boer, revalidatiearts BovenIJ ziekenhuis

Het is gelukt! Als aios heb je de eindstreep behaald en je bent medisch specialist. Daar aangekomen zit het medisch inhoudelijk goed want daar word je als aios goed op voorbereid. Maar je merkt al vrij snel, als jonge klare, dat er meer van je wordt gevraagd als medisch specialist dan alleen de vakinhoudelijke kennis. Daar kom je vaak pas achter als je al in die vakgroep zit en moet mee- vergaderen of stemmen over onderwerpen waar je niet helemaal thuis in bent. Tijdens de opleiding ligt de focus op ‘de voorkant’ van de zorg (de spreekkamer) en wordt de achterkant van de zorg onderbelicht. De meeste cursussen gaan over medisch inhoudelijke thema’s. Alleen in het laatste jaar van de opleiding is er een twee- daagse cursus die over de financiën in de zorg gaat. Het Spaarne Gasthuis springt in op deze behoefte en biedt sinds 2015 de stage ‘Leiderschap en management’ aan voor aios in de laatste fase van hun opleiding.

Deze stage start met meerdere gesprekken met alle stakeholders van de zorg waarbij de aios inzicht krijgt in de complexiteit van de organisatie van de zorg en een vorm van organisatie-sensitiviteit ontwikkelt. Dit is een duur woord voor het hebben van inzicht in hoe een organisatie zoals een ziekenhuis/revalidatiecentrum feitelijk werkt. Als je beschikt over organisatiesensitiviteit, dan houd je niet alleen rekening met de formele en hiërarchische lijnen, maar heb je ook een goed gevoel voor onderlinge verhoudingen en gedragingen van mensen.

Deze ervaring doe je onder andere op middels meelopen met de Raad van Bestuur, onderhandelingen met de zorgverzekeraar bijwonen en interviews met onder andere het hoofd HR, de risk officer en de ondernemingsraad. Daarnaast krijg je de financiële structuur van een ziekenhuis door en begrijp je hoe begrotingen worden opgesteld. Alle managers en bestuurders die ik tijdens de stage heb gesproken waren blij om artsen te spreken. De werk- druk onder artsen weerhoudt hen soms om te participeren in belangrijke overleggen rondom zorgprocessen terwijl hun stem zo belangrijk is. Tegelijkertijd weten artsen vaak niet precies bij wie ze in de organisatie moeten zijn om iets voor elkaar te krijgen. De stage wordt gedaan in duo’s tussen verschillende specialismen, in mijn geval met een aios neurologie. Dit zorgt ervoor dat je de (veelal vertrouwelijke) informatie samen kan delen en kan sparren over je ervaringen. Daarnaast werk je aan een eigen project. Ons project had als doel het oxycodon gebruik te verminderen in het Spaarne gasthuis. Je leert het belang van draagvlak creëren, hoe belangrijk het is om ook naar de argumenten van tegenstanders te luisteren en te achterhalen wat die persoon nodig heeft om alsnog in te stemmen.

Een belangrijk onderdeel van deze stage is persoonlijke ontwikke- ling. Bij aanvang wordt er een assessment afgenomen gericht op de competenties die nodig zijn voor management en medisch leiderschap. Hieruit komt naar voren welke kwaliteiten je reeds bezit en waar je potentie ligt, wat je zelfkennis vergroot. Deze persoonlijke ontwikkeling heeft me destijds ook geholpen tijdens de sollicitatiegesprekken voor een baan als jonge klare.

‘Je gaat het pas zien als je het door hebt’ is een gevleugelde ‘Cruijffiaanse’ uitspraak en is zeker van toepassing op deze stage. Na de stages zit je anders in je spreekkamer. De scheiding van de voor- en de achterkant van de zorg vervaagt, omdat je je beseft hoe alle afdelingen met elkaar verbonden zijn en niet zonder elkaar kunnen. De stage past mijn inziens goed bij het toekomstige opleidingsklimaat.

Onderwijs, een fluitje van een cent?!

JenniferKuijlaars,kinderrevalidatieartsLibraRevalidatie&Audiologie

De laatste 6 maanden van mijn opleiding stonden in het teken van mijn etalagestage. Een moment om zelf de regie te nemen en te kiezen op welke manier ik mijn opleiding wilde afsluiten. Ik koos ervoor om onder meer drie maanden naar het zuiden van Limburg af te reizen voor een stage ‘medisch onderwijs’. Een bewuste keuze, omdat ik tijdens mijn reguliere opleiding slechts deels in aanraking ben gekomen met het geven, evalueren en organiseren van onderwijs; de drie grote pijlers waar mijn stage aan werd opgehangen. Nu kon ik me onder meer verdiepen in grotere projecten als de organisatie van een onderwijsblok en het tutorschap.

Effectieve didactiek is meer dan het overbrengen van kennis en zeker geen ‘one size fits all’. Waar de een van appels houdt en de ander van peren, heb je ook binnen het onderwijs verschillende leerstijlen, persoonlijke voorkeuren en interesses. Het vullen van je eigen fruitmand met verschillende soorten fruit waardoor je gemakkelijker kunt aansluiten bij de leerling(en) is een belang- rijke steunpilaar om te komen tot goed onderwijs. Dit is geen proces dat je in drie maanden afrondt, wel heb ik hierin mijn eerste stappen gezet. Ik liet mijn overtuigingen over ‘perfect’ onderwijs – die grotendeels aansluiten bij mijn eigen leerstijl – af en toe los en sloot als tutor van mijn onderwijsgroep steeds beter aan bij de behoeften van deze tien derdejaars geneeskunde- studenten. Dit betekende voor mij ook doseren en voorkomen dat mijn praktijkvoorbeelden de sessie zouden overschaduwen. Het werd een leerproces voor ons allen, zowel medisch inhoudelijk als ook met betrekking tot zelfreflectie en het geven van feedback.

Feedback kwam ook in verschillende evaluaties terug. Bij de onderwijspoli revalidatiegeneeskunde in Bachelor jaar drie, waar de studenten voor het eerst in de rol van dokter met een revalidant in aanraking komen, lieten zij weten dat het voorbereidings- advies duidelijker had gekund. Minder informatie over de plaats- bepaling van ons vakgebied en de achtergrond daarvan, maar concreet aangeven wat er van hen wordt verwacht. Hierop heb ik het advies herschreven.

De door mij toegevoegde gastcolleges van andere specialismen binnen het keuzeblok revalidatiegeneeskunde in Bachelor jaar twee, werden door de studenten positief ontvangen. Hierbij werd wel een leerzame kanttekening voor mij geplaatst: de presentatie van de neuroloog was te veel herhaling van hetgeen in het reguliere onderwijsblok daarvoor al was behandeld. Het is dan ook belangrijk om te weten welke leerstof al elders in een opleiding is behandeld, zodat je hier op de juiste momenten

naar toe kunt verwijzen dan wel zorgt voor extra verdieping op dat onderwerp.Het was een stage die ik niet had willen missen, aangezien dit mij een uitgebreid kijkje in de keuken gaf. Dit smaakt naar meer: na mijn eerste project waarbij ik een bijdrage heb geleverd aan de digitale leeromgeving van de kinderrevalidatiecursus, start ik begin 2022 als actief lid van de scholingscommissie. Ik kijk er naar uit om een steentje bij te dragen aan verdere verbetering van het landelijk aios-onderwijs en doe bij deze een beroep op alle aios om vooral te laten horen wat er nóg beter kan.