12 juni 2022

Hoe wij als aiossen met ervaring in het buitenland, kijken naar hoe (weinig) het global health perspectief terugkomt binnen de revalidatiegeneeskunde in Nederland. In dit stuk willen we jullie een inkijkje geven in de vragen en overwegingen die bij ons opkomen tijdens ons werk. Is global health onze collectieve blinde vlek?

Auteurs
DRS. A.T. (ALICIA) LUCARDIE
Arts in opleiding tot revalidatiearts OOR Zuidoost-Nederland, Adelante, locatie Maastricht UMC+, MSc student Global Health Policy, London School of Hygiene and Tropical Medicine (LSHTM), lid Werkgroep Transculturele Revalidatie (WTCR)

DRS. E. (ESTHER) SCHUTTE
Arts in opleiding tot revalidatiearts OOR Leiden, Basalt, locatie Den Haag, Arts Internationale Gezondheidszorg en Tropengeneeskunde (AIGT) niet praktiserend, lid Werkgroep Transculturele Revalidatie (WTCR)

Op het moment dat Alicia in 2017 in Jakarta, Indonesië werkt als supervisiearts en projectmanager op het gebied van female health, staat Esther in een oorlogsgebied in Zuid Soedan een partus te begeleiden en traumaslachtoffers op te vangen. Sinds respectievelijk 2019 en 2018 zijn wij in opleiding tot revalidatiearts. Esther is naast aios ook arts Internationale Gezondheidzorg en Tropengeneeskunde (AIGT) niet praktiserend, en Alicia volgt de Master Global Health Policy bij de London School of Hygiene and Tropical Medicine (LSHTM). Wij hebben elkaar pas twee keer live gezien – niet gek gezien COVID-19 sinds maart 2020 onze opleiding doorkruist. Op de cursus Communicatie jaar 1 raken wij voor het eerst in gesprek over onze achtergronden en motivatieredenen om te gaan specialiseren binnen de revalidatiegeneeskunde. Wat valt ons op binnen ons vak? Wat zou er in de spreekkamer anders kunnen? Welke verantwoordelijkheid
hebben wij als arts, en hoe zien we dit terug binnen ons vak? Wat is de positie van de revalidatiegeneeskunde in Nederland? Hoe verhoudt ons vak zich tot internationale ontwikkelingen?

Met onze werkervaring buiten Nederland (variërend van werk met vluchtelingen, mensen in afgelegen gebieden en oorlog, o.a. in Ethiopië (Tigray), Zuid Soedan, de grens van Myanmar-Thailand, Bonaire en Indonesië) en brede interesse op dit gebied, houden deze vraagstukken ons bezig en bespreken we dit waar dit kan op het werk. Terwijl al onze vorige werkplekken global health hoog op hun prioriteitenlijst hebben staan, missen wij dat hier in Nederland bij de revalidatiegeneeskunde. En voor wie niet geheel bekend is met de term global health, hierbij een definitie: ‘Global health is an area for study, research, and practice that places a priority on improving health and achieving equity in health for all people worldwide. Global health emphasises transnational health issues, determinants, and solutions; involves many disciplines within and beyond the health sciences and promotes interdisciplinary collaboration; and is a synthesis of population-based prevention with individual-level clinical care’

In de spreekkamer: Iedereen kan toch een eitje bakken?

Een van de geijkte proeven voor het toetsen van veilig en zelfstandig handelen binnen de ergotherapie is het bakken van een ei. ‘Maar hoe bak ik een ei als ik nog nooit eerder een ei heb gebakken?’, vraagt een patiënt tijdens het spreekuur via de tolk. Een terechte vraag, waar we vervolgens over in gesprek gaan. De 65-jarige man vertelt dat hij iedere ochtend Ewa Agoyin (gepureerde olo-oyinbonen) met brood eet, die hij samen met zijn vrouw maakt.

Het is slechts één voorbeeld, die uitnodigt om samen verder in gesprek te gaan. Misschien is het de ervaring van het werken in het buitenland, of het bekend zijn met het gevoel zelf ‘de ander’ geweest te zijn, maar de nieuwsgierigheid was gewekt. Wat houdt het maken van Ewa Agoyin in? Hoe voert patiënt de kooktaken met zijn vrouw uit? En hoe is dit qua ADL-taken (algemene dagelijkse levensverrichtingen) en andere taken in en om het huis? Hoe kijken de patiënt en zijn vrouw tegen het revalidatieproces aan? Welke barrières ervaren zij zelf? Wat zijn hun verwachtingen, wensen en dromen?

In de dagelijkse praktijk van de revalidatiegeneeskunde merken wij dat we regelmatig tegen onze eigen vooroordelen aan lopen. Iedere dokter wil ruimdenkend zijn en open staan voor de gebruiken en identiteiten van anderen, maar de vraag is of de praktijk de wens weerspiegelt. Het is al een eerste stap om te erkennen dat er een ‘ik’ en een ‘ander’ bestaat waar je nieuwsgierig naar kunt zijn. Waarnaar je kunt doorvragen, zonder dat je een drempel voelt. Waarnaar je moet doorvragen, zodra je een drempel voelt. Ook met tolk. Het (durven) stellen van open, heldere vragen, door te vragen, en tegelijkertijd je eigen blinde vlekken te (h)erkennen (en die van je team), zorgt ervoor dat je samen realistische, op de patiëntgerichte, revalidatiedoelen kunt stellen.

Nood aan doelmatige zorg zowel op niveau van de individuele patiënt, op afdelings-/instellingsniveau, als op macroniveau

Van spreekkamer tot maatschappij

We zijn vanuit onze achtergrond gewend om over weinig middelen, tijd en financiën te beschikken. Mede hierdoor zijn we pragmatisch en creatief oplossingsgericht, zowel op patiëntniveau als op maatschappelijk niveau. Met dit opiniestuk willen we ons niet neerzetten als ‘cowboys’ binnen de revalidatiegeneeskunde, maar willen we de lezer prikkelen en aanzetten tot actie. We vinden dat we ons binnen de revalidatiegeneeskunde vaker moeten afvragen of iets écht (nog) binnen een medisch specialistisch revalidatie (MSR) traject thuishoort.

Vragen die bij ons opkomen op dit gebied willen we met jullie delen, om jullie ook bewust(er) te maken van deze overwegingen. Op patiëntniveau kan het de vraag zijn of het wel zo belangrijk het is dat iemand met mes en vork kan eten, als patiënt dit buiten het revalidatiecentrum nooit doet. Mogelijk kan dan eerder onderzocht worden of de armhandfunctie voldoende is voor het eten met de handen. Op maatschappelijk niveau kun (of moet?) je je afvragen hoe lang aan een bepaald doel gewerkt mag worden binnen de MSR. Wat is redelijk? Wat mag je aan inbreng (middelen, tijd, geld) van een patiënt zelf vragen? Zou je mening daarin verschillen als het doel hetzelfde is maar de patiëntachtergrond verschilt, zoals in gewerkte jaren/inkomen/financiële status/etc.?

De drempel die wel eens wordt gevoeld om een revalidatietraject af te ronden tijdens een teambespreking, mag hardop uitgesproken worden. Waarom willen we doorgaan? Met welk doel? Kan dit doel ook bereikt worden op een andere manier? Het leren doelmatig omgaan met middelen, tijd en (maatschappelijke) financiën binnen de revalidatiegeneeskunde mag wat ons betreft sterker naar voren komen in de opleiding. Deze nood aan doelmatige zorg geldt zowel op het niveau van de individuele patiënt, op afdelings-/instellingsniveau, maar ook op macroniveau (zoals in de regionale of Nederlandse politiek).

Revalidatiegeneeskunde in de context van global health

Het macroniveau gaat echter verder dan alleen de regionale of Nederlandse politiek. In welke mate zijn we ons op het gebied van global health bewust van het krachtenspel op (inter)nationaal economisch en politiek gebied? Wat zijn de mogelijke gevolgen van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland? Welke oorlogen zijn er nog meer gaande? Wat is de invloed van deze oorlogen op de gezondheidszorg? Weten we wat de Millennium Development Goals waren en waarom we nu overgestapt zijn op de Sustainable Development Goals en wat deze inhouden? Wat weten we over Rehabilitation 2030, ontwikkeld door de World Health Organisation? Wat zullen de mogelijke invloeden zijn van klimaatverandering op ons vak? Waarom is dit belangrijk voor ons als revalidatieartsen in Nederland? Kortom, is global health misschien wel onze collectieve blinde vlek?

Aan het begin van dit stuk schreven we over een 65-jarige man die iedere ochtend Ewa Agoyin met brood eet. In een draftversie van deze tekst schreven we dat deze man uit Nigeria kwam. Maar maakt dat eigenlijk uit? Of maakt het uit, maar voelen we ons ongemakkelijk het op te schrijven, omdat we bang zijn de blanke dokter uit een high income country te zijn die een ander stereotypeert?

Terwijl grote instituten, van musea tot universiteiten, naarstig op zoek zijn naar hoe om te gaan met hun (veelal koloniale) verleden, blijft het angstvallig stil binnen (revalidatie) Nederland. De LSHTM heeft bijvoorbeeld een voor iedere student toegankelijke college[1]reeks over The Decolonisation of Global Health en er is recent een toolkit opgesteld om het curriculum en manier van onderwijs onder de loep te nemen. Binnen de Werkgroep Transculturele Revalidatie (WTCR) is dit inmiddels ook onderwerp van gesprek. De WTCR voor[1]ziet o.a. in onderwijs binnen de opleiding revalidatiegeneeskunde en opleiding AIGT en voorziet artsen over de hele wereld van advies over revalidatiegeneeskunde vragen via Consult Online.

We vinden het stiekem best spannend om een dergelijk opiniestuk te schrijven. Is wat hier geschreven staat een absolute waarheid? Zeker niet. Is het een uitnodiging om samen in gesprek te gaan over blinde vlekken en over onze gedeelde nieuwsgierigheid naar hoe het anders kan? Absoluut! Alleen dan kunnen we de revalidatiegeneeskunde, in Nederland en daarbuiten, gericht krijgen op global health.

Oproep: Wil jij graag meepraten over dit onderwerp? Neem contact met ons op via e.schutte@basaltrevalidatie.nl.

Referenties

  1. Koplan JP, Bond TC, Merson MH, Reddy KS, Rodriguez MH, Sewankambo NK, Wasserheit JN, Consortium of Universities for Global Health Executive Board. Towards a common definition of global health. Lancet 2009;373:1993-5. DOI:10.1016/S0140-6736(09)60332-9.