20 juni 2023

De bevorderende en belemmerende factoren ervaren door zorgprofessionals

Sinds de COVID-19-pandemie is het gebruik van e-health binnen de gezondheidszorg niet meer weg te denken, zo ook niet binnen de medisch specialistische revalidatie. Het inbedden van e-health-toepassingen vergt echter tijd en is een ingewikkeld proces. Deze studie geeft inzicht in bevorderende en belemmerende factoren bij de implementatie van e-health bij de behandeling van patiënten met chronische pijn.

Auteurs
T.M.J.G. (THIJS) LINSSEN MSC
Masterstudent Faculty of Health, Medicine and Life Sciences, Universiteit Maastricht, Maastricht

DR. I.H.J.(IRMA) EVERINK
Universitair student Faculty of Health Services Research, Care and Public Health Research Institute (CAPHRI), Universiteit Maastricht, Maastricht

DR. M. (MARGREET) MEEMS
Projectleider e-health, afdeling Advies, Beleid en Control, Adelante, Hoensbroek

PROF. DR. A.M.C.F. ( JEANINE) VERBUNT
Revalidatiearts en hoogleraar revalidatiegeneeskunde, vakgroep revalidatiegeneeskunde, Adelante, Hoensbroek, Department of Rehabilitation Medicine Research School CAPHRI, Universiteit Maastricht, Maastricht

E-health wordt steeds vaker toegepast binnen de revalidatie op het gebied van zowel preventie en screening, voorlichting, de toepassing van interventies als monitoring en evaluatie.1 De COVID-19-pandemie is voor zorgorganisaties een sterke drijfveer geweest om e-health versneld op te nemen binnen de behandelingen.2 Omdat zorgprofessionals geen zorg in de instelling zelf konden verlenen werden alternatieve informatietechnologieën, zoals het videobellen, essentieel voor het leveren van patiëntenzorg.3

In revalidatiekliniek Adelante Zorggroep (Limburg) zijn sinds de start van de COVID-19-pandemie verschillende soorten e-health-toepassingen versneld ingevoerd, waaronder voor patiënten met chronische pijn. Bij deze doelgroep wordt in de behandeling gebruikgemaakt van zowel videobellen als de inzet van een online oefenportaal van ‘Telerevalidatie.nl’ die beschikbaar is in de vorm van een webpagina en applicatie. Dit is een applicatie waarbij zorgprofessionals informatie, vragenlijsten en online oefenprogramma’s kunnen klaarzetten waarmee patiënten thuis kunnen oefenen. Er is echter weinig bekend over de ervaringen van zorgprofessionals die met deze e-health-toepassingen werken, en over de factoren die van invloed zijn op duurzame implementatie. Ook internationaal is er de wens om meer kennis op te doen over de toepassing van e-health in pijnbehandeling.4

Vraagstelling

Dit onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de bevorderende en de belemmerende factoren die zorgprofessionals van Adelante ervaren bij de implementatie van de e-health-opties, videobellen en het oefenportaal, bij de behandeling van patiënten met chronische pijn.

Methode

Deze studie is een casestudy en maakt gebruik van een kwalitatief design waarin semigestructureerde interviews werden afgenomen. Zorgprofessionals kwamen in aanmerking voor deelname wanneer ze werkzaam waren binnen Adelante Zorggroep (locaties Hoensbroek en Maastricht) als revalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut of psycholoog in de revalidatie van patiënten met chronische pijn en al hadden ervaring met videobellen en/of met het oefenportaal. Deelnemers werden geïncludeerd tot datasaturatie was bereikt. De data werden verzameld middels digitale semigestructureerde interviews aan de hand van een topiclijst die is gebaseerd op het implementatieframework van Grol en Wensing.5 Thema’s die naar voren kwamen waren gerelateerd aan kenmerken van de innovaties, de professional, de patiënt, en de sociale, organisatorische en politiek-economische context van de deelnemers. Data werden geanalyseerd door het transcriberen en coderen van de interviews door de eerste auteur met behulp van het programma Atlas.ti. Coderen gebeurde volgens het proces van open, axiaal en selectief coderen.6 Van alle deelnemers werd geschreven toestemming verkregen voor deelname en voor het maken van een audio-opname van het interview. De transcripten werden inclusief samenvatting naar de deelnemers gestuurd voor een membercheck.7 Het onderzoek is door de ethische commissie van Maastricht University beoordeeld als niet-WMO plichtig.

Resultaten

In juni en juli 2021 werden elf zorgprofessionals geïnterviewd. Resultaten lieten zien dat de implementatie van e-health onder meer werd gefaciliteerd door de ervaren voordelen. Voordelen die benoemd werden door zorgprofessionals waren onder andere dat de behandeling via videobellen zorgt voor minder reistijd voor patiënten en daardoor een oplossing kan zijn voor patiënten met beperkte mobiliteit. Andere benoemde voordelen zijn het wegvallen van reis- of parkeerkosten, feit dat de patiënt zich meer op zijn gemak voelt in zijn eigen omgeving en dat de patiënt oefeningen leert toe te passen in zijn eigen omgeving. Ook leek videobellen de drempel te verlagen voor de sociale omgeving van de patiënt om aan te sluiten bij de behandeling. Voor de zorgprofessional is het zien van de woonsituatie van de patiënt een voordeel van videobellen, omdat het inzicht geeft in de revalidatiedoelen van de patiënt en laat zien hoe de patiënt zich gedraagt in zijn eigen omgeving. Andere voordelen die zorgprofessionals ervaarden waren flexibiliteit met betrekking tot het plannen van afspraken, efficiënter overleggen via videobellen en meer mogelijkheden voor overleg met externe partijen (bijvoorbeeld zorgprofessionals uit de eerste lijn). Tot slot is het voordeel van het gebruik van het oefenportaal dat de applicatie ondersteuning kan bieden bij bepaalde onderdelen van de behandeling (bijvoorbeeld tijdens de transferfase van oefenen naar thuis toepassen in de praktijk) of bepaalde ziektebeelden waar de behandelaar (nog) niet veel ervaring mee heeft. Enthousiasme over de toepassing van e-health bij directe collegae bevordert een positieve houding bij behandelaren waardoor implementatie vergemakkelijkt. Deelnemers benoemden ook enkele voordelen van de toepassing van videobellen en het gebruik van de ‘Telrevalidatie.nl’ app op organisatieniveau, waaronder minder patiënten in de wachtkamer en lagere kosten voor water, gas en elektriciteit indien ook behandelaren vanuit thuis werken. Verder waren er volgens de behandelaren vanuit de organisatie voldoende ondersteunende middelen, zoals webcams en hoofdtelefoons, beschikbaar om e-health goed te kunnen gebruiken. Benoemde belemmerende factoren waren de onbekendheid bij behandelaren over de bestaande mogelijkheden aan e-health en het ontbreken van voldoende kennis en inzicht om het volledige potentieel van de e-health-opties in te zetten. Sommige behandelaren gaven aan een sterke voorkeur te hebben voor fysieke behandelingen, vanwege het bij videobellen voelen van een grote afstand tussen behandelaar en patiënt, moeilijk observeren van lichaamshouding en gedrag. Enkele belemmerende factoren op organisatieniveau waren het ontbreken van voldoende ruimtes met vergadercamera en -microfoon voor hybride overleg en het ontbreken van afspraken en protocollen over de inzet van e-health, bijvoorbeeld over welke patiënten in aanmerking komen voor e-health. Ten slotte werd een visie en openlijk stimulerende houding over het gebruik van e-health vanuit het management gemist.

‘Ontwikkel en communiceer een
heldere visie met daarbij afspraken
over welke vorm van e-health bij
welke doelgroep te gebruiken’

Conclusie en aanbevelingen

Op basis van dit onderzoek wordt aanbevolen aan organisaties die e-health duurzaam implementeren om een heldere visie op e-health te ontwikkelen en te communiceren, inclusief bijbehorende protocollen met afspraken over welke vormen van e-health bij welke doelgroep(en) worden gebruikt. Hiernaast wordt aanbevolen om behandelaren beter bewust te maken van de mogelijkheden van e-health door het geven van gerichte training, bij voorkeur door coaching on the job door gemotiveerde collegae. Hoewel dit onderzoek zich richtte op de behandeling van patiënten met chronische pijn bestaat de verwachting dat de gevonden resultaten ook voor andere doelgroepen gelden. Daarnaast is het van belang voor bepaalde diagnosegroepen (bijvoorbeeld voor mensen met hersenletsel) extra aandacht te besteden aan uitdagingen in de digitale vaardigheden. Bij verder onderzoek op dit terrein zou ook het perspectief van patiënten ten aanzien van e-health moeten worden meegenomen.

Referenties

  1. Galea M. Telemedicine in Rehabilitation. Phys Med Rehabil Clin N Am 2019;30(2):473-83. https://doi.org/10.1016/j.pmr.2018.12.002.
  2. Almallah YZ, Doyle DJ. Telehealth in the time of corona: ‘doctor in the house’. Intern Med J 2020;50:1578-83.
  3. Iyengar K, Upadhyaya GK, Vaishya R, Jain V. COVID-19 and applications of smartphone technology in the current pandemic. Diabetol Metab Syndr 2020;14(5):733-7. https://doi.org/10.1016/j.dsx.2020.05.033.
  4. Eccleston C, Blyth FM, Dear BF, Fisher EA, Keefe FJ, Lynch ME, Palermo TM, Reid MC, Williams AC. Managing patients with chronic pain during the COVID-19 outbreak: considerations for the rapid introduction of remotely supported (eHealth) pain management services. Pain 2020;161(5):889-93. https://doi.org/10.1097/j.pain.0000000000001885.
  5. Grol R, Wensing M. What drives change? Barriers to and incentives for achieving evidence-based practice. Med J Aust 2004;180:S57-S60. https://doi.org/10.5694/j.1326-5377.2004.tb05948.x.
  6. Skjott Linneberg M, Korsgaard S. Coding qualitative data: a synthesis guiding the novice. Qual Res J 2019;(3):259-70. https://doi.org/10.1108/QRJ-12-2018-0012.
  7. Shenton AK. Strategies for ensuring trustworthiness in qualitative research projects. Education for Information 2004;22:63-75. https://doi.org/10.3233/EFI-2004-22201.