10 april 2024

Voor dit themanummer vroegen we naar ideeën over innovaties, onderzoek en kansen op het vlak van cognitieve revalidatie. Gezien het beperkte aantal reacties was het blijkbaar geen makkelijk te beantwoorden vraag. De meningen over de richting van de cognitieve revalidatie in de toekomst lopen uiteen. Voer voor discussie!

Leerbaarheid

Jorrit de Kieviet, revalidatiearts Reade

Middels de MoCA kan de aanwezigheid van cognitieve stoornissen bij een patiënt relatief betrouwbaar vastgesteld worden, ook in de (sub)acute fase na hersenletsel. Helaas blijkt vaak genoeg dat dit uiteindelijk weinig voorspellend is voor de mate waarin deze patiënt baat kan hebben bij cognitieve revalidatie. Een baanbrekende innovatie voor deze voorspelling zou een korte, valide en betrouwbare screeningmethode zijn die direct inzicht geeft in de leerbaarheid van patiënt en welke leerstrategie het meest effectief kan worden toegepast. Op die manier kan cognitieve revalidatie mee in de ontwikkelingen van personalized medicine en op maat ingezet worden bij de juiste patiënten!

Teambrede cognitieve behandeling

Elise Draijer, ergotherapeut & Eva Beurskens, neuropsycholoog, Daan Theeuwes Centrum

In het Daan Theeuwes Centrum zijn we het afgelopen jaar bezig geweest met het innoveren van onze cognitieve revalidatie. We werken vanuit de overtuiging dat elke revalidant met hersenletsel cognitieve behandeling nodig heeft. Om tot intensieve cognitieve revalidatie te komen stellen we in elk MDO vast wat het cognitieve probleem is dat het meest op de voorgrond staat, ook als het hoofddoel bijvoorbeeld fysiek of logopedisch is. Vervolgens werken de ergotherapeut en neuropsycholoog een cognitief behandelplan uit waarin een interdisciplinaire aanpak beschreven wordt. Wij denken dat onze eenduidige teambrede cognitieve revalidatiebehandeling nieuw is en toekomst heeft. We zouden daar graag onderzoek naar doen.

Thuis in het revalidatiecentrum?

Peggy Storms, verpleegkundig specialist & Marjolein van Wijnen, revalidatiearts, Adelante Hoensbroek

Wat als je cognitieve vermogens ineens anders zijn dan voorheen? Waar begin je dan met leren? Waar kun je de draad het makkelijkst weer oppakken? Juist, thuis, je vertrouwde omgeving met vaste routines. Maar wat als dit nog niet veilig is?
Innovatie in de vorm van klinische revalidatie die een thuissituatie zo veel als mogelijk nabootst. Een kleinschalige setting met professionals op het vlak van NAH, structuur en huiselijkheid, passend bij iemands cognitieve mogelijkheden en aansluitend bij de pre-morbide thuissituatie. Zo wordt ons inziens het beste inzichtelijk wat iemand zelf kan en wat er aanvullend nodig is om veilig thuis te kunnen functioneren.

Module OMB?

Erwin Hekkert, physician assistant, Nikita Frankenmolen, klinisch neuropsycholoog i.o., Janneke Schuurman, revalidatiearts, Klimmendaal Revalidatiespecialisten

In de huidige praktijk leren patiënten hun mentale energie te sparen en bestaan opbouwprogramma’s uit fysieke training (zoals de Omgaan met beperkte belastbaarheidsgroep/OBB).
Bij patiënten met licht traumatisch hersenletsel zien wij dat verbetering van mentale belastbaarheid mogelijk is middels graduele opbouw van cognitieve taken. Voorwaarde is dat patiënten voor aanvang van de training voldoende uitgerust zijn. Voor patiënten met zwaarder hersenletsel lijkt eenzelfde opbouw mogelijk. Wetenschappelijk bewijs voor een gradueel cognitief opbouwprogramma voor patiënten met hersenletsel is er momenteel nog niet. Zouden patiënten gebaat kunnen zijn bij een module Opbouw van Mentale Belastbaarheid/OMB?

Eerder herkennen van cognitieve stoornissen na een CVA

Dr. Sonja Verstraeten, klinisch neuropsycholoog Máxima MC

Uit onderzoek in het Máxima MC blijkt dat de gebruikelijke methoden om het cognitieve functioneren te evalueren (vragen naar cognitieve klachten dan wel beoordelingsschalen inzetten) ontoereikend zijn. Motorisch functioneren in de acute fase bleek consistent verband te houden met het cognitief functioneren tot twee jaar na het CVA, waarbij het motorisch functioneren ook een voorspellende waarde bleek te hebben. Dit impliceert dat het gebruik van standaard klinimetrie (bijvoorbeeld Berg Balance Scale) in de acute fase na een CVA bij kan dragen aan het herkennen van patiënten met cognitieve problemen. Toekomstig onderzoek is nodig om in kaart te brengen hoe deze kennis geïmplementeerd kan worden in de zorg. Het betreft dan bijvoorbeeld vragen als: welke disciplines verrichten welke taken en hoe worden de verzamelde gegevens ingezet om te komen tot een betere follow-up.