Voorbereiding in het revalidatiecentrum van groot belang

Om klinische revalidanten aan het leven na de revalidatie te laten wennen, wordt therapie aangeboden buiten het revalidatiecentrum. Professionals en deelnemers zijn het eens over de meerwaarde: grenzen kunnen worden verlegd, zelfvertrouwen groeit, eigen regie wordt bevorderd.

Behandelaars geven therapie buiten de muren van het revalidatiecentrum, bijvoorbeeld door te oefenen op straat of door met revalidanten het openbaar vervoer in te gaan. Daarnaast worden speciale activiteiten georganiseerd. Het verschilt per revalidatiecentrum wat de mogelijkheden zijn: sommige centra doen weinig, andere zijn juist heel actief. Daguitstapjes komen het meest voor, en kortdurende activiteiten zoals een bioscoopbezoek of handbiketocht. Ook organiseren revalidatiecentra soms meerdaagse activiteiten zoals werkweken. Er zijn organisaties met een speciaal aanbod voor revalidanten, zoals Sailwise dat watersportactiviteiten aanbiedt en Stichting Shos die zich richt op aangepaste wintersport. Ook een evenement als de HandbikeBattle, een jaarlijkse handbikewedstrijd in de bergen van Oostenrijk, kan revalidanten uitdagen om hun grenzen te verleggen.

Effectiever

‘De revalidatiesector stimuleert mensen zeker méér dan welke zorgsector dan ook’, bevestigt Inge Vuijk, die zelf fysiotherapeut en beleidsadviseur is geweest in de revalidatie. ‘Maar er zijn in deze tijd steeds meer financiële belemmeringen. De externe activiteiten staan door bezuinigingen onder druk, terwijl ze juist zouden moeten worden uitgebouwd. Het zijn nu de extraatjes, maar als externe ervaringen veel meer centraal komen te staan wordt de revalidatie effectiever. En een revalidant die autonomer functioneert, maakt op termijn minder aanspraak op zorgvoorzieningen.’

Revalideren is leren

Inge Vuijk was opleidingsmanager bij de Academie voor Ambulancezorg toen ze oog kreeg voor de manier waarop mensen leren en gemotiveerd raken om vooruitgang te boeken. Ze zag dat mensen zelf de drang moeten hebben om in beweging te komen: ‘Leren begint met willen.’ Maar ze zag ook dat mensen daartoe uitgedaagd moeten worden. ‘Mijn observatie was dat revalidatiecentra hiervoor nog niet alle mogelijkheden benutten.’ Samen met een collega uit het onderwijs nam ze daarom het initiatief om de Rehab Academy op te richten. Via de revalidatiecentra bieden ze leermodules op maat, waarmee mensen in aanvulling op de bestaande behandelprogramma’s thuis aan participatiedoelen werken. Bijvoorbeeld door werkstages, maatschappelijke stages, online coaching, opleidingsweken of losse opleidingsdagen. ‘En in 2014 schreef ik het boek Revalideren is leren, nu ook de naam van een stichting die tot doel heeft om meer mensen kennis te laten maken met onze revalidatievisie.’

Eigen context

Het revalidatiecentrum biedt medische specialistische zorg, zegt Vuijk, die de cliënt een belangrijke start en een veilige uitgangssituatie geven. ‘een meer leergerichte benadering kan daarnaast veel goed doen. Een programma binnen het revalidatiecentrum kan iemand op een bepaalde manier juist ook afhankelijk maken. Revalidanten die langer in een centrum moeten verblijven kunnen, door de aangepaste omgeving en de uitstekende zorg, de aansluiting gaan missen bij de maatschappij. Een rooster van acht tot vijf met telkens een half uurtje therapie helpt ook niet mee aan het weer leren nemen van eigen regie.’ Zij is er een groot voorstander van dat het klinische verblijf in het revalidatiecentrum niet langer duurt dan medisch strikt noodzakelijk. ‘Daarna moet er verder worden gegaan binnen de eigen context, op de plek waar iemand leeft en werkt. Want pas daar kom je echt tegen wat de nieuwe situatie allemaal met zich meebrengt, en hoe je daarmee om kunt gaan.’

Zelf doen

Als voorbereiding op die overstap wordt er nog te vaak teveel gepráát, vindt Vuijk. Terwijl je juist zoveel leert door zelf te doén. ‘Oud gezegde: al doende leert men. Dat geldt zeker ook voor revalidanten. De revalidatie is ingericht als zorgsysteem, terwijl veel revalidanten juist een leertraject nodig hebben.’ Daarom is zij blij te zien dat sommige centra hun rooster flexibeler maken voor de revalidant. Zo heeft ze gecoacht bij De Hoogstraat, waar klinische revalidanten op de afdeling neurologie nu ’s ochtends voor tien uur de volgorde van hun eigen ochtendritueel kunnen bepalen. ‘Er moeten in die ochtenduren drie dingen gebeuren: aankleden, ontbijten, dagplanning. Als iemand in zijn pyjama wil ontbijten omdat hij dat thuis ook altijd zo doet, kan dat nu gewoon. Dat sluit dus beter aan bij zijn eigen situatie en zorgt voor meer autonomie. Dit is een mooie start. Ik zou graag willen dat de héle dag er zo uit zou gaan zien in het revalidatiecentrum.’

Koken

Waarom zou je niet, zegt Vuijk, in plaats van een half uur geïsoleerde therapie, door de dag heen werken aan een concreet doel? ‘Als je bijvoorbeeld zegt “ik wil koken voor mijn gezin dat vanavond op visite komt” en je voert dat uit, dan komen allerlei waardevolle vaardigheden voorbij. Plannen, buiten de straat op, lopen of boodschappen doen in een rolstoel, leren hoe je dan die boodschappen meeneemt in die rolstoel, het proces in de keuken, het sociale aspect, de energieverdeling en de toegevoegde waarde voor en interactie met het gezin. Zeer leerzaam, veel effectiever, en het hoeft zeker geen extra personeel te kosten. Het vraagt alleen wel aanpassingen van de organisatie, en professionals vragen om ondersteuning om zich deze andere aanpak eigen te maken. De zorgbril af en de leerbril op.’

Cruciale rol

Om vernieuwing aan te wakkeren en draagvlak te verbreden, organiseert Vuijk workshops, nascholingen en studiedagen voor professionals, mantelzorgers en ervaringsdeskundigen. ‘Met activiteiten die interactief zijn. Ik merk dat deze benadering leeft bij centra en dat professionals op zoek zijn naar nieuwe aanknopingspunten die passen bij deze tijd. Ook patiëntenverenigingen zijn erg enthousiast. Nu moet het echte doorvoeren komen. Gelukkig wordt er ook onderzoek gedaan om aan te tonen dat een leergerichte aanpak kracht heeft – want dat heeft het. Mensen leren wanneer ze daarvoor openstaan, en de omgeving speelt daarbij een cruciale rol. Het is aan de revalidatiesector om die passende omgeving te kiezen of te creëren en het leerproces van daaruit te faciliteren.’