29 februari 2016

De dwarslaesierevalidatie in ons land staat internationaal gezien op hoog niveau. En er wordt voortdurend gewerkt aan het verbeteren van de resultaten. Zo is in 2013 de Zorgstandaard Dwarslaesie tot stand gekomen en vervolgens in 2014 opgenomen in het register van het Zorginstituut Nederland. Op basis hiervan kopen zorgverzekeraars de klinische revalidatie alleen nog maar in bij één van de acht revalidatiecentra met een gespecialiseerde dwarslaesie-afdeling.

Inmiddels bundelen zes van deze acht centra hun krachten twee aan twee, bijvoorbeeld door overname van elkaars wachtlijsten bij drukte en door samenwerking bij onderzoek: een kwaliteitsimpuls onder het motto ‘de voordelen van schaalvergroting, zonder de nadelen van concentratie’. Inbreng van ervaringskennis is bij de meeste revalidatieprogramma’s niet meer weg te denken, bijvoorbeeld door het groeiende gebruik van Weer op Weg als basiscursus voor klinische revalidanten.

Het gaat dus goed met de dwarslaesierevalidatie, maar: het uiteindelijke, blijvende resultaat ervan wordt in belangrijke mate bepaald door de beschikbaarheid van zorg en voorzieningen op andere terreinen. En daar pakken zich donkere wolken samen.

Zorgverzekeraars bezuinigen de laatste jaren fors op de inkoop van medische hulpmiddelen, zoals katheters. Medisch speciaalzaken voelen steeds meer druk om gebruikers te pushen om bijvoorbeeld minder vaak per dag te katheteriseren of om goedkopere producten te gebruiken. Er is niets tegen kostenbeheersing, zolang de gespecialiseerde revalidatiearts of continentieverpleegkundige maar kan bepalen wat medisch noodzakelijk is. Dit is nu nog onvoldoende gewaarborgd.

De bezuiniging door gemeentes op de verstrekking van rolstoelen heeft ertoe geleid dat steeds meer mensen niet kunnen beschikken over het voor hen meest geschikte maatwerk. Bij het aanmeten en periodiek nauwkeurig afstellen van de rolstoel kan men vaak niet meer rekenen op de vereiste professionaliteit. Het is dringend nood-zakelijk dat gespecialiseerde revalidatieartsen en ergotherapeuten een beslissende stem krijgen bij het voorschrijven van de meest geschikte rolstoel en het vereiste serviceniveau.

Een zorgwekkende ontwikkeling is verder dat bezuinigingen op de budgetten voor verpleging, persoonlijke verzorging, begeleiding en huishoudelijke hulp het zelfstandig functioneren, de maatschappelijke participatie en de eigen regie van steeds meer mensen met een dwarslaesie in gevaar brengen.

Ook in de revalidatie zelf is een zorgwekkende ontwikkeling gaande. Het is positief dat de duur van de klinische revalidatie de laatste decennia door specialisatie en verdere professionalisering met enkele maanden is ingekort. Een mooi voorbeeld dat kwaliteitsverbetering en kostenreductie kunnen samengaan. Maar de laatste jaren komen er steeds meer aanwijzingen dat de financiële ruimte voor de dwarslaesierevalidatie te krap dreigt te worden of dat stadium soms al heeft bereikt. Dan is er bijvoorbeeld geen geld meer voor weekendverlof met zorg thuis, terwijl dit van groot belang is als voorbereiding op het definitieve ontslag. Of er is te weinig budget om mensen met complexe decubitus op te nemen, terwijl de gespecialiseerde verpleging bij het revalidatiecentrum de kans op snel en goed herstel sterk vergroot. De cumulatie van deze ontwikkelingen vormt een serieuze bedreiging voor het uiteindelijke resultaat van de revalidatie. De kwaliteit van leven van mensen met een dwarslaesie is in het geding. Het wordt hoog tijd dat behandelaars en gespecialiseerde revalidatiecentra, samen met Dwarslaesie Organisatie Nederland, de noodklok luiden om deze trend te keren.


Gerelateerde blogs