Proefschrift-artikel
Het behandelen van stemmingsklachten bij mensen met hersenletsel vormt een uitdaging. In dit proefschrift onderzochten we een nieuwe behandelmethode.
Auteur
DR. J. ( JOHANNE) RAUWENHOFF
Onderzoeker en psycholoog
Promovenda: J. (Johanne) Rauwenhoff, onderzoeker en psycholoog
Datum promotie: 30 november 2022
Promotoren: prof. dr. C.M. (Caroline) van Heugten, prof. dr. F. (Frenk) Peeters
Copromotor: dr. Y. (Yvonne) Bol
Een digitale versie van het proefschrift is te downloaden via deze link.
Naast zichtbare gevolgen, zoals een eenzijdige verlamming, treden er na hersenletsel ook onzichtbare, maar eveneens zeer ingrijpende, gevolgen op. Klachten zoals vermoeidheid, moeite met geheugen en concentratie of gedragsveranderingen hebben een grote impact op het leven van mensen met hersenletsel. Mensen worden daarnaast geconfronteerd met blijvend verlies. Ongeveer een derde van de mensen met hersenletsel krijgt angst- en depressieve symptomen. Het behandelen van deze klachten vormt echter een uitdaging. Traditionele behandelingen voor angst- en depressieve symptomen zijn vaak minder effectief na hersenletsel wegens onder andere moeite met geheugen en concentratie.
In de studies in dit proefschrift hebben we onderzocht of Acceptance and Commitment Therapy (ACT) een geschikte therapie is voor mensen met hersenletsel. ACT leert mensen om (negatieve) gedachten en gevoelens niet te vermijden of ertegen te vechten, maar om er flexibel mee om te gaan en tegelijkertijd keuzes te maken op basis van wat écht belangrijk voor hen is. Dat wordt psychologische flexibiliteit genoemd. Tijdens een ACT-behandeling leren mensen om emoties te accepteren en om meer afstand te nemen van gedachtes (cognitieve defusie). Omdat mensen met hersenletsel cognitieve klachten kunnen ervaren, is het belangrijk om psychologische interventies voor stemmingsproblemen na hersenletsel hierop aan te passen. Daarom hebben we een ACT-behandeling ontwikkeld die is aangepast aan de behoeftes en veelvoorkomende problemen van mensen met hersenletsel: BreinACT.1
Om ook het effect van BreinACT te kunnen meten hebben we de psychometrische eigenschappen van twee vragenlijsten onderzocht. De Acceptance and Action Questionnaire voor Niet-Aangeboren Hersenletsel (AAQ-NAH) meet psychologische flexibiliteit met betrekking tot gedachten en gevoelens over hersenletsel. De Cognitive Fusion Questionnaire (CFQ-7) meet cognitieve defusie. We vonden dat de Nederlandse AAQ-NAH en CFQ-7 acceptabele tot goede psychometrische eigenschappen hebben bij mensen met hersenletsel. De vragenlijsten zijn online verkrijgbaar.2,3 Deze vragenlijsten kunnen gebruikt worden voor onderzoek of in de praktijk om het effect van een ACT-behandeling te evalueren.
Om het effect van de BreinACT-interventie na hersenletsel te evalueren, hebben we een studie uitgevoerd met een Single case experimental design waar vier mensen met hersenletsel aan hebben deelgenomen. We hebben angst- en depressieve klachten herhaaldelijk gemeten, tijdens een baseline-fase, een interventie-fase (waarin mensen de BreinACT-behandeling ontvingen) en een follow-up-fase die eindigde een jaar na start van de interventie. Deze fases hebben we met elkaar vergeleken; een proefpersoon is dus zijn eigen controlegroep. Bij drie van de vier deelnemers zagen we een significante afname in angst- en depressieve symptomen. Verder vertoonden diezelfde drie deelnemers verbeteringen met betrekking tot stress, cognitieve fusie en kwaliteit van leven. Geen van de participanten vertoonden verbetering in psychologische flexibiliteit, waardengericht gedrag of sociale participatie.4
Om de effectiviteit van de BreinACT-behandeling verder te onderzoeken hebben we een grootschalige studie, of een randomized controlled trial (RCT) uitgevoerd, waarin we de BeinACT-behandeling vergeleken met een psycho-educatie en relaxatiebehandeling.5 Mensen met hersenletsel kregen in verschillende ziekenhuizen, revalidatie-instellingen, en een GGZ-instelling door het hele land één van de twee behandelingen aangeboden. De resultaten van deze studie zullen in de loop van dit jaar worden gepubliceerd. We onderzochten ook de haalbaarheid van het aanbieden van de BreinACT-behandeling in de klinische praktijk middels een procesevaluatie. We vonden een hoge opkomst, en zowel deelnemers als therapeuten waren tevreden over de interventie. Bovendien waren de deelnemers gemotiveerd en betrokken bij de huiswerkoefeningen. De therapietrouw was echter relatief laag. Na afloop van de behandeling gaven patiënten aan dat ze de ACT-vaardigheden die ze tijdens de interventie leerden nog steeds toepassen. Belangrijke sterke punten zijn de duidelijke structuur, de ervaringsgerichte aard van de interventie en de materialen en huiswerkoefeningen.
‘Voor patiënten met
hersenletsel en angst- of
depressieve symptomen
kan ACT overwogen
worden als mogelijke
behandeloptie’
Uit deze studies kunnen we concluderen dat de BreinACT-behandeling angst- en depressieve symptomen kan verminderen bij mensen met hersenletsel. Verder vonden we dat de BreinACT-behandeling een haalbare interventie is voor mensen met hersenletsel. Wanneer de BreinACT-behandeling effectief blijkt te zijn in de RCT kan zij worden geïmplementeerd in de klinische praktijk. Het BreinACT-protocol zal vrij beschikbaar zijn voor therapeuten om te gebruiken. Voor patiënten met hersenletsel en angst- of depressieve symptomen kan ACT overwogen worden als mogelijke behandeloptie.
ACT is waarschijnlijk niet voor iedereen even effectief. Het is op het moment moeilijk voor zorgprofessionals om samen met patiënten de juiste behandeling te kiezen, aangezien we van tevoren niet weten hoe effectief een behandeling van depressieve symptomen zal zijn voor een specifieke patiënt. Daarom hebben we een statistisch model ontwikkeld om te voorspellen welke mensen met een beroerte minder depressieve symptomen ervoeren na cognitieve gedragstherapie. De belangrijkste voorspellers voor minder depressieve symptomen na de behandeling waren: betere mobiliteit, werk hebben, meer sociale participatie, schade aan de linkerhersenhelft, minder andere aandoeningen hebben, minder depressieve klachten hebben bij start van de behandeling, en man zijn. Verder vonden we dat er veel meer factoren een klein effect hadden op de behandeluitkomst, zoals tijd sinds het hersenletsel en factoren gerelateerd aan de partner van deelnemers.
Om het voorspellingsmodel toepasbaar te maken voor de klinische praktijk moet deze verder gevalideerd worden. In de toekomst kunnen deze voorspellingsmodellen een ondersteunende rol spelen. Behandelaren zouden een dergelijk model kunnen gebruiken om met patiënten in gesprek te gaan over welke behandeling het meest passend is. Daarmee bewegen we meer in de richting van gepersonaliseerde zorg.
Take home message
BreinACT is een veelbelovende behandeling voor mensen die angst- of depressieve symptomen ervaren na een hersenletsel. Door met succes een klinisch voorspellingsmodel te ontwikkelen is de eerste stap gezet naar een meer gepersonaliseerde behandelaanpak voor depressieve symptomen na een beroerte.
Referenties
- Rauwenhoff JC, Bol Y, van Heugten CM, Batink T, Geusgens CA, van den Hout AJ, et al. Acceptance and commitment therapy for people with acquired brain injury: Rationale and description of the BrainACT treatment. Clin Rehabil 2023;37(8):1011–25.
- AAQ-NAH en CFQ-7 vragenlijsten | Expertisecentrum Hersenletsel Limburg [Internet]. [cited 2023 Jul 26]. Available from: https://www.hersenletsellimburg.nl/producten/aaq-nah-en-cfq-7-vragenlijsten
- Rauwenhoff J, Peeters F, Bol Y, Van Heugten C. Measuring psychological flexibility and cognitive defusion in individuals with acquired brain injury. Brain Inj 2021;35(10):1301–7.
- Rauwenhoff JCC, Bol Y, Peeters F, van den Hout AJHC, Geusgens CAV, van Heugten CM. Acceptance and commitment therapy for individuals with depressive and anxiety symptoms following acquired brain injury: A non-concurrent multiple baseline design across four cases. Neuropsychol Rehabil 2023;33(6):1018–48.
- Rauwenhoff J, Peeters F, Bol Y, Van Heugten C. The BrainACT study: acceptance and commitment therapy for depressive and anxiety symptoms following acquired brain injury: study protocol for a randomized controlled trial. Trials 2019;20(1):773.