12 december 2023

Proefschrift-artikel

Fysieke inspanning tijdens en na een oncologische behandeling vermindert het optreden van bijwerkingen. Zo verbetert sporten tijdens of na chemotherapie vermoeidheid, fysieke conditie en draagt het bij aan het bereiken van een gezond gewicht. Hoe en wanneer kan een sportinterventie het best geïmplementeerd worden bij patiënten met de diagnose kanker?

Auteur
DR. G.G.F. (GABRIELA) VAN DER SCHOOT

Promovenda: G.G.F. (Gabriela) van der Schoot, arts in opleiding tot revalidatiearts UMCG
Datum promotie: 5 april 2023
Promotoren: dr. A.M.E. (Annemiek) Walenkamp, prof. dr. J.A. (Jourik) Gietema

Een digitale versie van het proefschrift is te downloaden via deze link.

Steeds meer mensen leven langdurig met de diagnose kanker, of genezen van kanker. Dit komt doordat de diagnose vaak in een vroeger stadium kan worden gesteld en de oncologische behandelingsmogelijkheden verbeteren. Deze verbeterde overleving heeft geleid tot meer kennis over (lange termijn) bijwerkingen van de oncologische behandeling. Deze bijwerkingen variëren in ernst en kunnen een nadelige invloed hebben op kwaliteit van leven. Zo kan chemotherapie vermoeidheid veroorzaken, kan de fysieke conditie fors dalen en stijgt de kans op het ontwikkelen van een chronische aandoening, zoals hart- en vaatziekten.

Onderzoeksvraag

In dit onderzoek hebben we gekeken naar factoren waarmee rekening gehouden kan worden om een sportinterventie bij een oncologische patiëntengroep zo effectief mogelijk te implementeren. Ook hebben we gekeken naar de optimale timing van een sportinterventie bij behandeling met chemotherapie, met als doel verminderen van bijwerkingen bij patiënten met borst-, zaadbal- of dikkedarmkanker.

Promotieceremonie Gabriela van der Schoot.

Resultaten

Uit wetenschappelijk onderzoek over sportinterventies tijdens- en na een oncologische behandeling blijkt dat er geen one size fits all interventie mogelijk is. Verschillende factoren zijn van invloed op therapietrouw en daarmee ook op de effectiviteit. Met een systematische review hebben we een overzicht gegeven van wetenschappelijke artikelen die factoren beschrijven met een voorspellende waarde op therapietrouw aan een sportinterventie gedurende een oncologische behandeling.1 Belangrijke factoren die hier positief aan bijdragen, bleken ‘woonachtig nabij de sportlocatie’, ’ervaring met sporten’, en ‘duidelijke motivatie voor sporten’. Om de motivatie en therapietrouw in toekomstige studies met sportinterventies te verbeteren, zouden potentiële pre-existente factoren die therapietrouw kunnen belemmeren in een vroeg stadium moeten worden opgespoord en besproken. Dit zou bijvoorbeeld bereikt kunnen worden door een afspraak met de oncoloog te combineren met een afspraak bij een leefstijlcoach.

Applicaties op Smartphones, zoals de Runkeeper® App kunnen mensen motiveren om regelmatig te sporten. In een pilot-studie hebben we onderzocht of gebruik van de Runkeeper® App van toegevoegde waarde is om patiënten die behandeld werden voor kanker te motiveren meer te sporten.2 Hieruit bleek dat patiënten die gebruik maakten van de Runkeeper® App (n=16), na zes weken actiever waren dan de controle-patiënten (n=16), en dat deze patiënten positief gestemd waren over het gebruik van de App. Draagbare fysieke activiteiten-trackers en smartphone-applicaties zijn veelbelovende methoden om patiënten met kanker te ondersteunen en te motiveren om te sporten en hiermee het optreden van bijwerkingen van de behandeling te verminderen.

Er is weinig bekend over het optimale startmoment van een beweeginterventie om bijwerkingen van een oncologische behandeling te verminderen. Meer inzicht in de optimale timing van een interventie kan mogelijk bijdragen aan een gunstiger effect hiervan op het voorkómen van bijwerkingen. In een gerandomiseerde studie, de ACT-trial (Optimal timing of a physical exercise intervention to improve cardiorespiratory fitness: during or after chemotherapy) hebben we onderzocht of het beter is om tijdens of na afronding van chemotherapie te starten met een op maat gemaakte sportinterventie, met als doel om de cardiorespiratoire fitheid op de langere termijn te verbeteren.3 Er werden 266 patiënten met borst-, dikkedarm- en zaadbalkanker gerandomiseerd. De primaire uitkomstmaat was cardiorespiratoire fitheid, uitgedrukt als piekwaarde van de zuurstofopname tijdens inspanning (VO2piek), gemeten één jaar na chemotherapie. Secundaire eindpunten waren VO2piek direct na chemotherapie (post-chemotherapie), na de sportinterventie (post-interventie), spierkracht, vermoeidheid en gezondheid-gerelateerde kwaliteit van leven. Bij patiënten die tijdens chemotherapie sportten, daalden VO2piek, spierkracht en kwaliteit van leven minder en werd minder vermoeidheid ervaren, op het moment dat de chemotherapie afgerond was, vergeleken met patiënten die niet sportten tijdens chemotherapie. Beide groepen hadden post-interventie en één jaar nadien het basisniveau weer bereikt. Op basis van dit onderzoek concluderen we dat deelnemen aan een sportinterventie tijdens chemotherapie vermoeidheid kan verminderen, en zorgt dat VO2piek, spierkracht en kwaliteit van leven beter behouden blijven. Indien het niet lukt om al tijdens chemotherapie deel te nemen aan een sportinterventie, is sporten na chemotherapie een goed alternatief, aangezien het niveau van functioneren op de langere termijn gelijk is tussen de groepen.

‘Sporten tijdens chemotherapie zorgt
voor behoud van VO2piek,
spierkracht en kwaliteit van leven’

Behandeling met bleomycine, etoposide en cisplatine (BEP) chemotherapie, heeft de 10-jaars overleving van patiënten met uitgezaaide zaadbalkanker doen stijgen naar 90%. Gevreesde bijwerkingen zijn pneumonitis en trombo-embolische events, beide gerelateerd aan vasculair endotheel disfunctioneren. In een exploratieve sub-analyse van de ACT-trial hebben we bij 30 patiënten met zaadbalkanker gekeken naar het effect van een sportinterventie tijdens en na BEP-chemotherapie op longfunctie en markers van vasculair endotheel schade. Eindpunten waren geforceerde vitale capaciteit (FVC), het volume van de geforceerde expiratie in de eerste seconde van de expiratie (FEV1), diffusiecapaciteit van koolmonoxide (DLCO), transfercoëfficiënt voor koolmonoxide (KCO) en eiwitten die suggestief zijn voor endotheel schade (von Willebrand factor, factor VIII, fibrinogeen). Het blijkt dat de DLCO, FVC, von Willebrand factor en factor VIII minder afwijkend zijn wanneer patiënten sporten, dan wanneer patiënten niet sporten gedurende de chemotherapie (gemeten post-chemotherapie). Eén jaar na de sportinterventie, is er een verschil in DLCO en KCO in het voordeel van patiënten die tijdens chemotherapie hebben gesport. Mogelijk heeft fysieke inspanning tijdens chemotherapie een beschermende invloed op vasculair endotheel, wat de kans op hart- en vaatschade zou kunnen verlagen. Vervolgonderzoek met grotere patiëntgroepen en een langere follow-up zal dit moeten valideren.

Wat moeten we anders gaan doen in de praktijk?

Leefstijl speelt een belangrijke rol in het ontwikkelen van kanker, maar ook in het beïnvloeden van bijwerkingen van de oncologische behandeling. Bij patiënten die een oncologische behandeling (hebben) ondergaan, is het van groot belang om voldoende beweging na te streven, om de kans op het ontwikkelen van bijvoorbeeld hart- en vaatziekten te verlagen. Wij adviseren om patiënten ten tijde van hun oncologische diagnose passende adviezen te geven ten aanzien van beweging en leefstijl. Voor een deel van de patiënten zijn adviezen van bijvoorbeeld een leefstijlcoach voldoende, anderen hebben baat bij een verwijzing naar een fysiotherapeut, diëtist of psycholoog voor gedragsverandering. Door ook te screenen op factoren die therapietrouw kunnen beïnvloeden, kan hier al in een vroeg stadium op ingespeeld worden. Op deze manier sluit een leefstijlprogramma zo goed mogelijk aan bij de behoeften van de individuele patiënt, en kan dit programma zo effectief mogelijk worden ingezet.

Referenties

  1. Ormel HL, van der Schoot GGF, Sluiter WJ, et al. Predictors of adherence to exercise interventions during and after cancer treatment: A systematic review. Psychooncology. 2018;27:713-724.
  2. Ormel HL, van der Schoot GGF, Westerink NL, et al. Self-monitoring physical activity with a smartphone application in cancer patients: a randomized feasibility study (SMART-trial). Support Care Cancer. 2018;26(11):3915-3923.
  3. Van der Schoot GGF, Ormel HL, Westerink NL, et al. Optimal timing of a physical exercise intervention to improve cardiorespiratory fitness: during or after chemotherapy. JACC CardioOncol. 2022;4(4):491-503.

Gerelateerde artikelen NTR

Bewegen als behandeloptie voor cognitieve veroudering

Focus op personen met een dwarslaesie Bij Adelante wordt samen met de Universiteit Maastricht onderzoek gedaan naar myokines en het…

Hoe fit moet je zijn voor het dagelijkse leven na een beroerte?

Proefschrift-artikel Dit proefschrift onderzocht hoe de (verlaagde) fysieke fitheid na een beroerte de uitvoering van dagelijkse activiteiten beïnvloedt. We keken…

Bewegen tijdens de ziekenhuisopname

Handvatten om de kloof tussen wetenschap en praktijk te overbruggen Proefschrift-artikel Steeds meer onderzoek benadrukt dat fysieke activiteit tijdens de…

Beweeginterventies tijdens en na chemotherapie

Proefschrift-artikel Fysieke inspanning tijdens en na een oncologische behandeling vermindert het optreden van bijwerkingen. Zo verbetert sporten tijdens of na…

Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

PULSE Racing wil mobiliteit en vitaliteit teruggeven aan mensen met een dwarslaesie

Studententeam PULSE Racing van de Vrije universiteit Amsterdam (VU) streeft ernaar om de mobiliteit en vitaliteit terug te geven aan…

Niemand rent harder dan de stralende framerunner Sterre (12)

Daar zit ze, op haar runningframe. Klaar voor de start! Haar blonde haar komt onder haar helm vandaan. De opdracht…

Podcast: Jezelf opnieuw uitvinden

In deze vierde aflevering van de podcast ‘Bergen Verzetten’ staat Sylvan centraal. Sylvan doorstond op 19 jarige leeftijd een motorcrossongeval,…

Podcast ‘Bergen Verzetten’: Inspiratie

In de derde aflevering van de podcast ‘Bergen Verzetten’ spreekt revalidatiearts Casper van Koppenhagen met Luna. Zij heeft cerebrale parese,…