Zijn functie is Business Intelligence Manager, maar hij staat ook bekend als de archief-man van De Hoogstraat Revalidatie, dat haar 75-jarig jubileum viert. Ronald Beuker neemt ons mee met zijn fascinatie.
Nog nooit heeft Ronald Beuker in zo’n inspirerende omgeving gewerkt als een revalidatiecentrum. Al snel na zijn aanstelling elf jaar geleden schreef hij voor een intern magazine een column die verklaart waarom hij zich als een vis in het water voelt.
‘Hier draait het om mensen die wij geen patiënten noemen, maar revalidanten. De allerkleinsten hebben mijn hart gestolen. Af en toe staat een piepklein meisje dat amper zelf kan lopen enthousiast voor het raam in de deur te zwaaien. Om vervolgens weer vrolijk verder te spelen met een behandelende collega van mij. Zo gaat het elke dag een beetje beter met haar en ze is niet de enige. Regelmatig zie ik revalidanten met een neerslachtige blik binnenkomen en vervolgens met opgeheven hoofd en veel sterker weer naar huis gaan. Geweldig om te zien! Veel respect heb ik voor mijn collega’s die met zoveel liefde, geduld en toewijding er, samen met de revalidanten, steeds maar weer opnieuw voor gaan om verder te komen. Die aanpak werkt en daarom ben ik trots. Trots op De Hoogstraat, trots op mijn werk!’
ik heb straks dankzij Willem Drees mijn AOW, maar ook nu mijn baan. Want ons revalidatiecentrum is vlak na de oorlog door de overheid in het leven geroepen
Nog steeds zou hij deze column kunnen schrijven. De betrokkenheid die hij al snel voelde, uitte zich ook in interesse in de historie van De Hoogstraat Revalidatie. ‘Ik zeg altijd: ik heb straks dankzij Willem Drees mijn AOW, maar ook nu mijn baan. Want ons revalidatiecentrum is vlak na de oorlog door de overheid in het leven geroepen, in eerste instantie vooral voor de behandeling en herstel van gehavende militairen en burgers.’
Voor Ronald is het belangrijk om te beseffen waar iets vandaan komt. Om de geschiedenis van Nederland en Utrecht te kennen, bijvoorbeeld. ‘Als je met mij door de stad loopt, krijg je als vanzelf een soort rondleiding. Ik was altijd al geboeid door geschiedenis. En dan niet door feitjes als ‘Slag bij Nieuwpoort 1600’, maar door de verhalen achter de feiten.’ Hij raakt een beetje geïrriteerd als mensen historisch besef missen. ‘Ik ben betrokken bij de organisatie van activiteiten in ons jubileumjaar en er was bij een overleg een collega die vroeg: ,,Hoeveel revalidanten hadden we eigenlijk in het eerste jaar van ons bestaan.” Een voor mij tenenkrommende vraag, want dat waren er nul. Ik vind dat je dat gewoon moet weten.’
Ronald had het uitgezocht en vond er in het archief van De Hoogstraat, waar hij is ingedoken, nog een krantenknipsel uit De Volkskrant over. In 1948 werd weliswaar de oprichtingsakte van De Hoogstraat getekend; pas in 1950 werd in de bossen van Leersum op Landgoed De Hoogstraat de eerste steen gelegd en pas in 1953 werd de eerste revalidant behandeld. De behandeling van oorlogsrevalidanten gebeurde tot die tijd dus nog op andere plekken. ‘Want het was nog een heel gedoe om het revalidatiecentrum draaiende te krijgen. Vanwege de grootse plannen en het benodigde geld, maar ook vanwege het vinden van mensen. Het idee was: we ‘stoppen’ de revalidanten in de bossen, om hen in alle rust te laten revalideren. Maar het lag echt wel afgelegen en dat was niet voor elke professional een aantrekkelijke werkomgeving.’
Om zijn collega’s op een toegankelijke manier mee te nemen in de geschiedenis, is Ronald op intranet aan een missie begonnen om 75 historische weetjes te publiceren. Met foto’s en toelichting. Hij is bijna bij de dertig. De belangrijkste bron van al die weetjes is het archief van De Hoogstraat, in allemaal ordners en fotoboeken, ergens verstopt in grote kasten in een donkere opslagruimte. Ooit was er een speciale archiefbeheerder, maar na een reorganisatie verloor deze zijn baan. Nu ziet Ronald het als zijn (vrijwillige) missie om het archief te ontsluiten.
Eén van de weetjes die hij publiceert, gaat over de verhuizing van De Hoogstraat naar Utrecht in de jaren tachtig. Het idee is op dat moment dat revalidanten niet ergens weggelegen moeten zitten, maar juist middenin de samenleving. Die samenleving moet daaraan wennen, blijkt uit een protestbrief van omwonenden in 1984: ‘Onze huizen moeten plat, ook al is er ruimte zat!’ Toch worden er zestien huizen gesloopt aan de Rembrandtkade en inmiddels is De Hoogstraat niet meer weg te denken op die plek en is er prima contact met de buurt. Door alle verzamelde wist-je-datjes van Ronald komen we te weten dat er ooit bij De Hoogstraat een heuse kinderboerderij was, dat het centrum in 1957 een eerste lesauto kreeg van Koningin Juliana en dat er ooit een mega-bord met houten blokjes was met daarop de hele behandelplanning van De Hoogstraat. Ronald heeft nog een flink aantal weetjes te gaan, maar krijgt door zijn enthousiasme steeds meer hulp van collega’s, oud-collega’s en voormalig revalidanten. Hij hoopt dat hij er daardoor voor kan zorgen dat meer medewerkers weten in wat voor centrum ze zich bevinden. ‘Dat De Hoogstraat bijvoorbeeld niet een net opgericht commercieel centrum is dat alleen maar winst wil maken, maar dat het gaat om een organisatie met een missie, die ontstaan is vanuit een bepaalde goedheid van de overheid. Dat is toch mooi en belangrijk om te weten?!’
Hieronder paar foto’s uit het archief van De Hoogstraat, die Ronald Beuker bij zijn weetjes op het intranet van De Hoogstraat Revalidatie heeft geplaatst:
Niet iedereen is blij met de sloop van huizen en de komst van De Hoogstraat Revalidatie aan de Rembrandtkade in Utrecht, begin jaren tachtig.
Het centrum kreeg in 1957 een eerste lesauto van Koningin Juliana.
Nu bekend is dat Ronald Beuker zich op het archief stort, krijgt hij waardevolle dingen aangeleverd, zoals dit oude handgeschreven behandelprogramma.
Zo ging het plannen van zorg vroeger: met een heus planbord dat telkens door medewerkers handmatig werd bijgewerkt.