Medisch onderwijs & opleiding
Het nieuwe landelijk opleidingsplan ‘Samen duurzaam in beweging’ van de revalidatiegeneeskunde richt zich op het opleiden van flexibele, deskundige specialisten die voorbereid zijn op de toekomst. Met een focus op werkplekleren, professionele ontwikkeling en samenwerking, bereidt de opleiding de artsen in opleiding voor op diverse rollen, van zorgverlener tot innovator en wetenschapper.
Auteurs
PROF. DR. G.M. (CLEMENS) ROMMERS
Revalidatiearts en emeritus hoogleraar Universiteit Maastricht
DR. I.J.W. (ILSE) VAN NES
Revalidatiearts Sint Maartenskliniek
M. (MAUD) OOMEN MSC MA
Beleidsadviseur VRA
PROF. DR. V. (VINCENT) DE GROOT
Revalidatiearts en hoogleraar Amsterdam UMC
Mede namens de werkgroep LOP van het Concilium
Het nieuwe landelijke opleidingsplan vormt de basis voor de opleiding tot revalidatiearts in Nederland. Dit plan vervangt het eerdere opleidingsplan ‘Beter in Beweging’ uit 2020 en is ontwikkeld in overeenstemming met de richtlijnen van het College Geneeskundige Specialismen (CGS). We zetten de zeven belangrijkste wijzigingen in het nieuwe landelijke opleidingsplan op een rijtje.
1. Meer aandacht voor ontwikkelingsgericht werken
De opleiding is sterk gericht op de voortdurende persoonlijke en professionele groei van artsen in opleiding, waarbij de opleider fungeert als coach en mentor. Aiossen hebben regie over hun eigen leertraject, waardoor er ruimte is voor maatwerk en de persoonlijke ontwikkeling van elke individuele arts. Feedback geven is een van de belangrijkste manieren om een aios te laten leren en groeien binnen de opleiding. Om een aios effectief feedback te kunnen geven en te laten ontvangen zijn een ondersteunend klimaat en een veilige feedbackcultuur nodig. Van belang is dat de focus ligt op groei van de aiossen en dat er afspraken worden gemaakt over beoordelingsmomenten. Er is dus een scheiding tussen begeleidings- en beoordelingsmomenten.
De basis van de opleiding blijft hetzelfde
- 12 EPA’s
- 3 generieke activiteiten
- 7 thema’s
- Verdiepingsstage
- Bekwaam verklaren en OOG bespreking
- Werkplekleren staat centraal
2. Meer aandacht voor generieke activiteiten en keuze in profielopdracht
Er zijn drie vakoverstijgende generieke activiteiten benoemd om de ontwikkeling van de verschillende rollen van de medisch specialist vorm te geven: medisch leiderschap, wetenschap en onderwijs. Elke aios behaalt op deze drie generieke activiteiten het basisniveau en voert daarnaast een verplichte profielopdracht uit op één van deze generieke activiteiten. De profielopdracht is een belangrijk onderdeel van de opleiding en heeft als doel de wetenschappelijke en professionele vaardigheden van de aiossen verder te ontwikkelen. Aiossen moeten conform het kaderbesluit aan de eindtermen van dit profiel voldoen door het presenteren van een poster, het houden van een voordracht of het publiceren van een artikel.
3. Een simpelere structuur van de opleiding
De opleiding bestaat uit twee fasen: een basisfase van drie jaar, waarin de aiossen de basisvaardigheden in verschillende leercontexten (revalidatiecentrum, algemeen ziekenhuis en universitair medisch centrum) ontwikkelen, en een verdiepingsfase van zes tot twaalf maanden.
De eerste drie jaar zijn gericht op het behalen van twaalf Entrustable Professional Activities (EPA’s), generieke activiteiten en een profielopdracht. In de verdiepingsfase kan de aios zich verder specialiseren door middel van verdiepingsstages. Dit kan bestaan één of twee stages, op basis van individuele voorkeur van de aios. Indien gewenst is een extra uitvoerige profielopdracht ook mogelijk binnen de verdieping (maximaal drie maanden van de verdiepingstijd).

4. Professionele ontwikkeling krijgt een formele plaats binnen de opleiding
In dit opleidingsplan krijgt de professionele ontwikkeling voor het eerst een formele plaats binnen de opleiding. In voortgangs- en beoordelingsgesprekken dient dit onderwerp voldoende aandacht te krijgen. In het e-portfolio zal deze eindterm verder uitgewerkt worden.
Onder professionele ontwikkeling van een aios verstaan we verschillende aspecten die bijdragen aan zowel de persoonlijke als professionele groei van de arts. Dit omvat de volgende gebieden: persoonlijke ontwikkeling, medeverantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering, professioneel gedrag, eigenaarschap en eigen regie, samenwerking met andere specialismen en bekwaamheid in actuele maatschappelijke thema’s. Deze thema’s kunnen per opleidingsplan verschillen. Dit keer is gekozen om drie nieuwe thema’s toe te voegen namelijk: vitaliteit, preventie en leefstijl, innovatie en technologie.
5. Aansluiting van het lokaal en regionaal onderwijs op het landelijk scholingsprogramma
In 2022 is de vernieuwing van het landelijk scholingsprogramma afgerond. Het is van belang dat het regionaal en lokaal onderwijs aansluit op dit landelijke scholingsprogramma. Om dit te bewerkstelligen is de leidraad ‘regionaal onderwijs’ toegevoegd. Advies uit deze leidraad is om de inhoud te richten op vakoverstijgende onderwerpen (zoals generieke activiteiten en maatschappelijke thema’s), om fysiek onderwijs te geven met actieve werkvormen en te streven naar grote betrokkenheid van aiossen bij de organisatie. De betrokkenheid en input van de aios wordt vergroot, onder andere door ook deels zelf onderwijs te geven (in samenwerking met de revalidatiearts). Het lokaal onderwijs is toegespitst op de betreffende stage en/of EPA die de aios op dat moment volgt. Vernieuwingen in regionaal en lokaal onderwijs worden uitgewerkt in het regionaal en/of lokaal opleidingsplan.
6. Verduidelijking van tijdsbesteding opleidingsonderdelen
De tijdsbesteding van de aios binnen de opleiding over de verschillende onderdelen is verduidelijkt in het nieuwe landelijke opleidingsplan. Van belang is dat er voldoende tijd (83%) beschikbaar is voor het werkplekleren, inclusief tijd voor lokaal onderwijs en zelfstudie, omdat dat de basis en de kern van de opleiding is. Het landelijke en regionale onderwijs (10%) en de profielopdracht (7%) vormen de twee andere verplichte opleidingsonderdelen. In het kader van vitaliteit en werk-privé balans is het steeds belangrijker dat de verplichte opleidingsonderdelen vallen binnen de kaders van de cao.
7. Aanscherping EPA 8 loopvaardigheden
EPA 8 is uitgebreid om het basisniveau van de aios op het gebied van gangbeeldanalyse te verhogen. De volgende toevoeging is opgenomen in de EPA: ‘aiossen kennen de basisprincipes van gangbeeldanalyse, kan de gangbeeldanalyse interpreteren en vertalen naar een behandelplan’. Dit kan voor sommige regio’s betekenen dat er meer exposure nodig is op het gebied van gangbeeldanalyse.
Overzicht eindtermen opleiding revalidatiegeneeskunde vanaf 1 juli 2025
- 12 EPA’s
- 3 generieke activiteiten op basisniveau
- 1 profielopdracht
- Verdiepingsstage(s)
- Onderwijs en zelfstudie
- Professionele ontwikkeling
Implementatie
Het nieuwe landelijk opleidingsplan ‘Samen duurzaam in beweging’ zal per 1 juli 2025 zonder overgangsperiode in werking treden. Bovenstaande wijzigingen vragen aandacht tijdens de implementatie van het landelijk opleidingsplan in de instellingen en opleidingsregio’s. Het Concilium roept opleiders en aiossen op om zich te verdiepen in het nieuwe plan en te starten met de implementatie. Alle aiossen die na 1 juli 2025 hun eindverklaring krijgen, moeten voldoen aan de eisen van dit nieuwe LOP.
Met ‘Samen duurzaam in beweging’ leiden we revalidatieartsen op die zowel deskundig als flexibel en adaptief zijn, klaar om de toekomstige uitdagingen in nauwe samenwerking met de patiënt en netwerkpartners aan te gaan, en om samen de revalidatiegeneeskundige zorg te blijven verbeteren.
Gerelateerde artikelen NTR

Opleiding tot revalidatiearts: samen duurzaam in beweging

Vernieuwing regionaal onderwijs

Augmented Intelligence in de opleiding tot revalidatiearts

Themacursussen ‘nieuwe stijl’
Gerelateerde artikelen Revalidatie Magazine

Meekijken door de ‘blog-bril’ van revalidatiearts Erwin Baars: ‘Laten we stilstaan bij de beleving van een patiënt’

Leer en Innovatie Team maakt revalidatiesector aantrekkelijker voor studenten

‘Ik voelde me meer en meer collega’
