De opleiding revalidatiegeneeskunde staat beschreven in het Landelijk Opleidingsplan: Samen Duurzaam in Beweging. De opleiding bestaat uit een basis en verdieping. De gehele opleiding bestaat uit 12 Entrustable Professional Activities (EPA’s), drie generieke activiteiten, een profielopdracht, professionele ontwikkeling en minimaal één verdiepingsstage. Vanaf 1 juli 2025 is dit nieuwe opleidingsplan in werking getreden.

Belangrijkste veranderingen

De belangrijkste veranderingen zijn t.o.v. het vorige opleidingsplan (BETER in Beweging uit 2019):

  1. Meer aandacht voor ontwikkelingsgericht werken (versus beoordelingsgericht);
  2. Meer aandacht voor generieke activiteiten en keuze voor een verplichte profielopdracht;
  3. Een simpelere structuur van de opleiding van basis en verdieping (i.p.v. basis, verbreding en verdieping);
  4. Professionele ontwikkeling krijgt een formele plaats binnen de opleiding. Hieronder vallen o.a. persoonlijke ontwikkeling, werk-privé balans en actuele maatschappelijke thema’s zoals vitaliteit, leefstijl en preventie en innovatie/technologie;
  5. Vernieuwing landelijk scholingsprogramma en handvaten voor aansluiting van regionaal en lokaal onderwijs hierop;
  6. Verduidelijking van tijdsbesteding opleidingsonderdelen (werkplekleren, scholing, generieke activiteiten, profielopdracht, zelfstudie);
  7. Aanscherping van EPA 8 loopvaardigheden: zelf een gangbeeldanalyse interpreteren als basis voor alle aiossen.

Bekijk hier het LOP en de bijbehorende bijlagen.

Video uitleg Landelijk Opleidingsplan

Profielopdracht

Elke aios voert een verplichte profielopdracht uit op één van de generieke activiteiten. Hieronder een aantal suggesties voor onderwerpen per generieke activiteit.

Onderwijs:

Leiderschap:

Wetenschap:

Verdiepingsstage

De aios kan zelf invulling geven aan het laatste deel van de opleiding door het kiezen van een of twee verdiepingsstages. In het LOP staat omschreven waar een stage aan moet voldoen. Het is hierbij belangrijk dat een aios tijdig begint met de beschrijving van een verdiepingsstage. Dit kan aan de hand van dit format.

Regionaal opleidingsplan

Een nieuw landelijk opleidingsplan leidt tot het herschrijven/aanpassen van het regionaal opleidingsplan. Het Concilium heeft een aanzet gemaakt hiervoor.

Leidraad regionaal onderwijs

Het regionale onderwijs sluit aan op het landelijk onderwijs en wordt per OOR georganiseerd uitgaande van de principes van de leidraad regionaal onderwijs (2024).

Veelgestelde vragen over het LOP

Een OOG-bespreking staat voor Oordeel OpleidingsGroep. Je zet een OOG-bespreking in om het niveau van een EPA te beoordelen: is een EPA al op niveau 4? Dit gaat als volgt: aios en stagebegeleider stellen vast of er voldoende positief bewijs is verzameld voor een beoordeling op het vereiste bekwaamheidsniveau (niveau 4). Vervolgens geeft de stagebegeleider een oordeel. De opleider zorgt voor een integrale summatieve beoordeling door de opleidingsgroep: hij verzamelt en bundelt de oordelen of belegt een bijeenkomst ‘oordeel opleidingsgroep’. Met leden van de opleidingsgroep bespreekt de opleider het bekwaamheidsniveau van de aios. Doel hierbij is om een genuanceerd en een meer objectief oordeel over de aios te kunnen geven. Om het bekwaamheidsniveau van de EPA vast te stellen, kan informatie uit verschillende bronnen (stagebeleiders, portfolio, toetsinstrumenten) worden gebruikt.

Meer weten?

Denkt een aios dat hij of zij niveau 4 van een bepaalde EPA heeft behaald? Dan vraagt de aios een bekwaam verklaring aan voor deze EPA in het e-portfolio. De opleider krijgt hiervan een melding en gaat samen met de opleidingsgroep het niveau van de aios bespreken in een OOG-bespreking (Oordeel Opleidingsgroep). Het kan zijn dat een dergelijke OOG-bespreking op vast momenten in het jaar plaatsvindt. Maar het kan ook zijn dat deze worden ingepland wanneer dit nodig is. Vervolgens bepaalt (een deel van) de opleidingsgroep of de aios niveau 4 heeft behaald. Dit gebeurt op basis van de aangeleverde bewijslast (denk aan: CAT, KPB’s, 360 graden feedback, CBD, et cetera).

In het opleidingsplan Samen Duurzaam in Beweging staat het basisniveau van de drie generieke activiteiten uitgewerkt. Hier staat aangegeven waaraan een aios moet voldoen om het basisniveau te beheersen. 

Per EPA staat uitgewerkt welke type informatiebronnen je kunt gebruiken om de voortgang van een EPA te evalueren en verantwoord summatief bekwaam te kunnen verklaren (zie bijlagen van het LOP). Er zijn bewust geen minimum aantallen van een bepaald toetsinstrument vastgelegd. Het verschilt immers per aios hoeveel KPB’s, 360 graden feedback-formulieren of EBD’s nodig zijn om op een EPA bekwaam te verklaren. Om zo betrouwbaar mogelijk te kunnen toetsen adviseren we om diverse toetsinstrumenten te gebruiken voor de bewijslast voor een bepaalde EPA. Kan de aios voldoende bekwaamheid op niveau 4 aantonen? Dan kan hij/zij een bekwaamverklaring aan vragen voor de betreffende EPA.

Kijktip
: deze video over bekwaam verklaren in de praktijk

Het is mogelijk dat een aios in een stage elders bekwaamheidsniveau 4 heeft, maar in een nieuwe setting (tijdelijk) op niveau 3 functioneert. Het Landelijke Opleidingsplan zegt hierover het volgende:

‘Niveau vier kan aan het einde van een themastage worden bereikt. De benodigde specifieke kennis van de diagnose specifieke problematiek van patiënten verschilt echter per themastage. Bij de overgang naar een andere themastage (andere diagnosegroep) gaan we ervan uit dat de aios de activiteit van de EPA op procesmatig niveau beheerst op niveau vier. Dit is vastgesteld in een OOG-bespreking (oordeel opleidingsgroep) en terug te vinden in het e-portfolio. Het toepassen van de specifieke kennis van de diagnosegroep wordt mogelijk nog niet beheerst. Bij de start van de stage bespreken aios en stagesupervisor hoe deze kennis wordt opgedaan en hoe en wanneer de aios dit laat zien. Ze spreken af hoe de supervisie er tot die tijd zal uitzien (direct, niveau 2 of indirect, niveau 3). Collega’s worden op de hoogte gesteld van deze afspraken. De stagesupervisor bepaalt, mede op basis van het oordeel van de opleidingsgroep, of de aios na afgesproken tijd (of eerder) weer op niveau vier zit, legt dit vast in het e-portfolio en stelt de opleider en collega’s op de hoogte.

Het is niet zo dat je alle EPA’s op niveau 4 dient te beheersen voor aanvang van je verdieping. Want je verdiepingsstage hoeft niet aan het eind van de opleiding plaats te vinden. In het Landelijk Opleidingsplan staat hierover het volgende: ‘Verdieping hoeft niet per se pas aan het einde van de opleiding plaats te vinden maar kan, als dit past in de planning, in overleg met de opleider ook al eerder starten.’ Om als aios te starten met de verdiepingsstage, moet je wel voldoen aan de volgende voorwaarden (zo staat in het LOP): de aios

  • heeft voldoende en divers patiëntcontact gehad en ervaring opgedaan in alle thema’s (maar met name in het gekozen thema);
  • ligt in relatie tot lokale of regionale opleidingsplannen op schema qua EPA-ontwikkeling voor wat betreft zijn of haar opleiding;
  • heeft een met de opleider afgestemd plan voor verdieping dat voldoet aan de gestelde eisen.

In het opleidingsplan is niet expliciet een EPA niveau als voorwaarde genoemd. Maar het woord ‘verdieping’ geeft aan dat het meer is dan het basisniveau. De verdiepingsstage is dus niet bedoeld om je basisniveau (niveau 4) te behalen, maar om echt de verdieping in te gaan. De focus ligt op andere leerdoelen (die je vooraf omschrijft in de verdiepingsstage omschrijving).  

Vragen of opmerkingen?

Heb je vragen of opmerkingen? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via concilium@revalidatiegeneeskunde.nl.

Lees verder over de opleiding revalidatiegeneeskunde